dinsdag 30 augustus 2011

186. Geheimtaal













185. Fernando Pessoa


     Wanneer de lente komt


     Wanneer de lente komt
     En als ik er dan niet meer ben
     Zullen de bloemen net zo bloeien
     En de bomen zullen niet minder groen zijn
     Dan het vorig voorjaar
     De werkelijkheid heeft mij niet nodig

     Een enorme vreugde
     Bij de gedachte
     Dat mijn dood volstrekt onbelangrijk is
     Als ik wist dat ik morgen zou gaan
     En het was overmorgen lente
     Zou ik tevreden gaan
     Omdat het overmorgen lente was
     Als dat haar tijd is
     Wanneer dan zou ze moeten komen
     Tenzij op haar tijd
     Ik hou ervan

     Alberto Caeiro (Fernando Pessoa)  Vert. August Willemsen Uitg. Arbeiderspers



maandag 29 augustus 2011

184. Freudiaanse overpeinzingen: de man en zijn speeltjes


Mannen kunnen nogal geobsedeerd zijn door allerlei indrukwekkende apparaten, welke vaak zijn terug te voeren op dat ene ‘apparaat’: het mannelijk geslachtsdeel. Om het aanschouwelijk te maken hierbij enkele alledaagse voorwerpen die we vaak niet direct als fallussymbolen herkennen.


Een fotocamera met een zoomlens, dat is wat mannen willen. Ze staan in de winkel direct bij de grote camera’s te kijken en die moeten liefst een flink uitschuifbaar objectief hebben. In tegenstelling tot een vrouw die vooral geïnteresseerd is in de praktische aspecten: Is de camera functioneel en handig in het gebruik? Voldoet ie aan mijn fotografische wensen? Is het toestel licht, handzaam en gemakkelijk in het gebruik? Heeft ie misschien ook nog een mooi kleurtje? Zij is niet bezig met een grote. Voor een man is een kleintje een afgang, daar kan hij niet mee voor de dag komen. Mannen kopen liefst indrukwekkende camera’s met een maximaal zoombereik (de erectie).



De bladblazer is ook zo’n fallussymbool, een volkomen onzinnig apparaat dat qua geluid en energie sterk milieuvervuilend is. Zoals te zien op de afbeelding is het een natuurgetrouwe nabootsing van het mannelijk geslachtsdeel, een gestroomlijnde penis met balzak. Voor tuin- en plantsoenarbeiders die grote oppervlaktes moeten bijhouden, okee. Maar de man in de straat die met groot vermogen en een hoop herrie wat blaadjes en zaadjes op laat dwarrelen maakt zich eigenlijk alleen maar belachelijk.


Wat te denken van de gefrustreerde hengelaars aan de waterkant met hun recht omhoog staande stokken. Ze hopen een aardige ‘vis’ aan de haak te slaan.




Dan zijn er nog de brandweer en zijn spuit, de politieman met knuppel, pistool en pepperspray, auto’s en motoren met zware ritmische bassen en grommende uitlaten, militairen met glimmende geweren, kanonnen en raketwerpers. De apparaten en machines lijken meestal sterk op elkaar, of beter gezegd op het mannelijk geslachtsorgaan. Vaak komt er veel lawaai en spektakel aan te pas, want mannen zijn uitslovers en druktemakers, vooral in hun jonge jaren als de hormonen op volle kracht door het lichaam razen. Het militaire apparaat maakt daar dan ook handig gebruik van. Het wapengekletter is een zwakke afgeleide van oeroude gebruiken en gedragingen: het tonen van je mannelijke kracht als uitdrukking van volwassenheid. Tegenwoordig kun je beter spreken van het suggereren van potentie, want er is geen enkele prestatie voor nodig om een knetterend uitlaatstuk onder je motor te schroeven.


In vroegere tijden moesten mannen zich bewijzen door moed, durf en kracht te laten zien in gevaarlijke situaties. Oude cultuurvolken hadden daar allerlei inwijdingsrituelen voor. Volwassenheid was geen loze kreet maar hield in: echt en volledig mens worden. De initiatieriten waren een soort proeve van bekwaamheid en hadden altijd een symbolische betekenis. Kunstmatig veroorzaakte belevingen waren representatief voor werkelijke en ingrijpende levenservaringen. De kandidaat kon dan ondervinden hoe hij zou reageren in een kritieke stressvolle situatie en welk inzicht hem daaruit zou kunnen bevrijden. Doel daarvan was het bevorderen van een onaantastbaar levensvertrouwen en een diep besef van de eigen innerlijke kracht.


Onze masculiene wereld heeft een sterke behoefte aan vrouwelijke energie. Voor mannen zou dat kunnen betekenen: bewustwording en ontwikkeling van de vrouwelijke eigenschappen die in hem aanwezig zijn. Voor de vrouw zou de situatie in de wereld een aansporing kunnen zijn om mannelijke eigenschappen als daadkracht, leiderschap en zelfvertrouwen in zich te weten en verder te ontwikkelen, maar dan zonder daarbij haar kostbare vrouwelijkheid te ontkennen of te onderdrukken. Onze wereld heeft geen behoefte aan lood om oud ijzer, aan mannengedrag in een vrouwengedaante waarbij de vrouw zich conformeert aan de bestaande mannenwereld. Dat kennen we nu onderhand wel. Een revolutie is er nodig, waarbij man en vrouw gezamenlijk en vanuit gelijkwaardigheid optrekken en strijden voor een meer rechtvaardige wereld. 







woensdag 24 augustus 2011

183. Bomen met een baksteen

Soms, als een boomtak afbreekt of er nogal ingrijpend wordt gesnoeid, kan een boom de wond niet tijdig met weefsel bedekken. Dan gaat die plek rotten, er ontstaat een gat en op een gegeven moment legt hij het loodje. Sommige gemeenten lossen dat op door er een muurtje in te metselen. De kieren en gaten nog wat bijsmeren met specie en klaar is Kees.






dinsdag 23 augustus 2011

182. De Ficus macrophylla


   Een van de Portugese verrassingen is de Ficus macrophylla of vijgenboom. Deze boom behoort tot de familie van moerbeiachtigen (Moraceae). Het geslacht Ficus kent een kleine duizend soorten en vele variëteiten. Eetbare vijgen draagt de Ficus macrophylla niet, maar de ons bekende vijg behoort wel tot de ficussoorten. De vruchtjes die ik bij de boom vond hieronder (doorsnede 2 cm) getuigen van die verwantschap. Binnenin zitten honderden kleine zaadjes gerangschikt, zoals we dat kennen bij een vijg. Overigens is de vijg eigenlijk geen vrucht maar een bloem.

   In Lissabon kwam ik in veel parken en tuinen regelmatig deze reusachtige ficussen tegen, oude bomen met afmetingen die je in een oerwoud verwacht. Het is een plant die je jaren geleden regelmatig in huiskamers tegenkwam, in mijn herinnering stonden ze vroeger ook in klaslokalen maar dan enkele maatjes kleiner.



   De ficus houdt van zon en brengt door zijn enorme afmetingen en het dichte bladerdak veel schaduw. Daarom is hij in veel parken en landgoederen aangeplant. De boom heeft grote ellipsvormige leerachtige bladeren die van boven donkergroen en van onderen oranjebruin zijn. Als hij wat ouder is vormen zich plankwortels. Vanuit de takken dalen luchtwortels neer. Als deze de grond raken wortelen ze verder en groeien door de jaren heen uit tot brede ondersteunende stammen, waardoor het totale stammencomplex wel een omvang van tientallen meters kan krijgen en een hoogte van veertig meter. In onze streken komt hij in de buitenlucht niet voor vanwege zijn vorstgevoeligheid. Ficus macrophylla bloeit met een onopvallende kleine bloem. Verspreiding van de zaden gebeurt door vogels en vleermuizen.                                                              


maandag 22 augustus 2011

181. De straatsteentjes van Lissabon

   Ik was enkele weken in het warme en zonnige Lissabon, een romantische stad met vriendelijke mensen. Een van de eerste dingen die me opvielen waren de natuursteentjes waarmee het oude Lissabon is geplaveid, steentjes van meestal 5 x 5 cm, de zogeheten calçada portuguesa. Straten en steegjes, pleinen, parken en trottoirs, zelfs de metro-doorgangen en overdekte winkelcentra zijn er mee geplaveid. Ze liggen er vooral in het wit (kalksteen) en in het zwart (basalt). In de vorige eeuwen moeten er vele miljoenen van gehouwen en gelegd zijn door de ‘calceteiras’, de stratenmakers. Zij hakten al deze steentjes met een hamer in de juiste vorm en maakten de patronen. Samen met de versleten marmeren trappen en de veelkleurig betegelde gevels geeft het deze stad een eigen karakter en een esthetische basis.








   Aan het ingelegde plaveisel is soms te zien wat voor soort zaak er huist, bijvoorbeeld een opticien, bloemist of een restaurant, een dierenwinkel of schoenenzaak. 

  
Helaas worden er tegenwoordig nog nauwelijks nieuwe plaveisels gemaakt.
Het kost teveel, er zijn te weinig vaklieden, de steentjes zijn erg glad bij nat weer en bovendien is er een tekort aan materiaal. In het midden van de 19e eeuw verspreidde het stratenmakerswerk zich vanuit Lissabon over de rest van Portugal en de koloniën, niet vreemd dus dat de steengroeven zijn uitgeput. Het blijft prachtig dit oude handwerk. De glans van het weerkaatsende licht op de steentjes, de zachte welvingen die zijn ontstaan door het jarenlange gebruik en ook het besef dat elk steentje door de knuisten van een vakman is gegaan, geven een warm idyllisch gevoel.








woensdag 3 augustus 2011

180. De stoffenmarkt in Eindhoven


Elke dinsdag is er een stoffenmarkt in Eindhoven. Het is een boeiende markt die druk bezocht wordt door veel Nederlanders van buitenlandse origine wat de kleurenrijkdom nog vergroot. Prachtige stoffen en dessins zijn er te koop, soms voor nog geen euro per meter. Voile, zijde, oosterse gordijnen waarin kleine spiegeltjes en gouddraden zijn verwerkt schitteren in het zonlicht. Oosterse kussentjes, koorden, riemen en ritsen zijn er te koop, maar ook schoenen en sokken, ondergoed en lingerie. Er wordt geboden, gepingeld en gesjacherd, gevloekt en gelachen. Eind van het liedje is dat de kopers uiteindelijk tevreden en met volle tassen huiswaarts keren. Jammer dat er zo weinig gezellige cafeetjes zijn in de Eindhovense binnenstad, want je zou toch even in een sfeervolle ambiance met een bak koffie en een lekker stuk gebak, bij moeten kunnen komen van de opgedane indrukken.
   En als u dan toch in Eindhoven bent en nog even in die sfeer van stoffen en dessins wilt blijven, vergeet dan niet naar Het Smitje  te gaan. Daar op de Kleine Berg, vind je een unieke en prachtige stoffen- en fourniturenzaak met een overweldigend assortiment aan kleurig textiel en toebehoren. Ze hebben er werkelijk álles wat u maar wenst. Het is een drie verdiepingen tellende doolhof van smalle gangetjes, hoeken en gaten die van onder tot boven is volgestouwd met stoffen, garens, knoopjes en applicaties, boa’s, band, veertjes, kralen en handwerkartikelen. Dat alles in zo’n overweldigende diversiteit dat het je duizelt en je wel naar de overkant moet om met een sterk drankje deze veelkleurige werkelijkheid nog eens nadrukkelijk te bevestigen.
   De stoffenmarkt is geopend: iedere dinsdag van 10.00 tot 17.00 uur. Plaats: Piazza en aangrenzende winkelstraten, dicht bij het NS-station Eindhoven.