donderdag 29 september 2011

202. De slak en zijn kunstwerken

Klik op de foto voor een groter beeld.

   Laatst heb ik weer wat patronen gefotografeerd die tuinslakken achterlaten bij het eten van algen. Die patronen fascineren mij enorm, het zijn ware kunstwerken. Slakken hebben een soort van tong met een verharde rand waarop een groot aantal tandjes zitten. Daarmee schrapen ze algen van de ondergrond en raspen blad en plantenresten fijn tot hele kleine snippertjes. Deze tong zit onderaan de kop en heet radula, wat zoveel als krabber betekent. Maar een radula heeft een zeer bijzonder kenmerk. Deze vlijmscherpe tandjes zijn bekleed met magnetiet, een ijzerhoudend mineraal met een hardheid die elders in de natuur bij magnetiet niet voorkomt. De mooie driehoekjes boven zaten op een met algen begroeide glasplaat van een kas. De afbeelding hiernaast is van een schuurdeur waar ik een stoffige mat had uitgeklopt, dat vond de slak dus ook lekker. Het zijn allemaal afdrukken van de radula. Voor meer radula-afdrukken:
blog 46. Slakkensporen





   Zeeslakken zoals de Schaalhoren (Patella vulgata), hieronder afgebeeld, kunnen met hun radula zelfs rotsen afschrapen. Deze rots-bewonende zeeslakken, die een grijs tot groenblauwe schelp hebben, kruipen ’s nachts langzaam over de stenen en grazen de algen af. Langs hetzelfde spoor kruipen ze weer terug naar hun vaste rustplaats voordat deze droogvalt. De Schaalhoren komt algemeen voor langs de kusten van de Noordzee, vooral op plaatsen met veel golfslag. Ze leven in de getijdenzone waar ze zich vasthechten aan rotsen en een stenige ondergrond. Bij eb zuigt de Schaalhoren zich vast door middel van een krachtige spier, die dan niet onbeschadigd is los te krijgen. Door afscheiding van een zuur egaliseert de slak eerst de rots zodat deze heel precies op zijn lichaamsvorm aansluit. Hierdoor krijgt hij een waterdichte afsluiting zodat hij kan blijven leven tot het weer vloed wordt. Ik trof deze slakken aan bij de zuidkust van Ierland. Maar ook bij ons komen ze voor op strandhoofden en havenmuren en verder aan de Noordzeekusten tot in de Middellandse Zee en de Noord-Atlantische Oceaan. Ze kunnen een leeftijd bereiken van 15 jaar.




















Zie ook: 133. De schoonheid van een slak   http://pietschellekens.blogspot.com/2011/05/133-de-slak-als-een-schoonheid.html





woensdag 28 september 2011

201. Joris Driepinter en de zuivelindustrie.


Voor alle duidelijkheid: in principe is borstvoeding bedoeld voor baby’s en voor kleine kinderen die nog geen vast voedsel kunnen verdragen. Borstvoeding is niet bedoeld om grote mensenkinderen en volwassenen mee te voeden. Zij hebben een gebit en een spijsvertering die aangepast is aan vast voedsel. Melk van dieren zoals koeien, schapen, geiten, kamelen, paarden, enzovoorts, is dus al helemaal niet bedoeld en ook niet geschikt voor menselijke consumptie. Zoals geen volwassen mens bij dorst of honger op zoek gaat naar een vrouwenborst, is er ook niemand die bij een droge keel de neiging krijgt om aan de uier van een koe of geit te gaan lurken. Dat staat een mens tegen. Toch consumeert bijna iedereen zonder enig voorbehoud dierenmelk en allerlei afgeleide producten als het in een verpakking zit. Het is een vanzelfsprekende gewoonte geworden. Baby’s en kleine kinderen worden al vroeg gewend gemaakt aan koeienmelk met de specifieke hormonen en afweerstoffen die eigenlijk bedoeld zijn voor een kalf. De bevolking is dit normaal gaan vinden dankzij de beïnvloeding door reclames van de zuivelindustrie met in hun kielzog allerlei commerciële voedingsbureaus en overheidsinstanties. Alles met mate, maar dat geldt niet voor melk en vele andere voedingsmiddelen, het is pure commercie geworden. Of het nou gezond voor ons is of niet, we worden met psychologisch uitgekiende campagnes aangespoord zoveel mogelijk te eten en te drinken. Het resultaat daarvan zien we om ons heen.
   Het is een feit dat allergie voor koemelk, lactose-intolerantie en andere problemen met melk steeds meer toenemen. Nu lees ik op de site zuivelonline.nl van de NZO ( belangenbehartiger van de zuivelindustrie) bij het item allergie: “Bij 2-3 % van de zuigelingen in Nederland komt voedselallergie voor. Dit is een abnormale reactie van het immuunsysteem van het lichaam, meestal op eiwitten afkomstig van koemelk.” Hier worden oorzaak en gevolg verwisseld en wil men het publiek wijsmaken dat het een ábnormale reactie van het immuunsysteem is, terwijl dat systeem er juist voor waakt om stoffen die niet goed voor ons zijn, te weren. Koemelk hoort niet in een mensenlijf en al zeker niet bij een volwassen persoon, daar reageert het immuunsysteem dus juist normaal op.


    In het NRC las ik dat de Universiteit Wageningen drie hoogleraren heeft die worden betaald door de zuivelindustrie. Deze universiteit bekostigt ook steeds meer onderzoek naar de gezondheidseffecten van melkproducten. Met het rapport: “De wetenschap als reclamebureau” met als onderkop: “Wij van wc-eend adviseren…”, trok de actiegroep Wakker Dier van leer tegen de Wageningen Universiteit. Wakker Dier had zich met name gestoord aan het persbericht van WUR over een onderzoek uit 2010: ‘Melk goed tegen hart- en vaatziekten’, met de onderkop: ‘Joris Driepinter heeft toch gelijk’. Het onderzoek was volgens de regels uitgevoerd en gepubliceerd in een peer reviewed tijdschrift. Maar de conclusie was veel genuanceerder dan het persbericht. Allereerst was het een onderzoek naar het verband tussen sterfte en melkdrinken ("Melkdrinkers leven niet langer en ook niet korter dan niet-melkdrinkers"). En vervolgens: "… er lijkt een lichte, niet noodzakelijkerwijs oorzakelijke relatie tussen het vóórkomen van hart- en vaatziekten en het drinken van 1 glas melk per dag". Deze conclusie kon alleen maar uit een deel van de gegevens worden afgeleid. En het was een risicoreductie van 6 procent (onzekerheidsgrens. Wel ‘statistisch significant’, maar onbetekenend voor een individu). Het relatieblad van Wageningen UR, had bij het bericht ook nog eens groot het oude reclameplaatje van Joris Driepinter afgedrukt. Dit net nadat de zuivelindustrie een melkpromotiecampagne met diezelfde Joris Driepinter was begonnen. De Stichting Wakker Dier is bij de Reclame Code Commissie een proefproces gestart.
“Het was niet bedoeld als reclame”, reageerden de verantwoordelijken binnen WUR. “We vonden ‘Joris Driepinter heeft toch gelijk’ gewoon een mooie kop en zo’n plaatje past daar dan goed bij”. De redactie zei niets te weten van die zuivelcampagne en men had geen contact gehad met de zuivelindustrie. Afgelopen week heeft de universiteit de kop van het persbericht veranderd in: ‘Melk lijkt goed voor hart- en bloedvaten’.
   Walter Willett, voedingsepidemioloog en hoogleraar aan Harvard University en mede-auteur van het onderzoek waar het allemaal om draait, vindt die aanpassing onvoldoende: “Ze moeten dat bericht helemaal terugtrekken. De algemene conclusie uit het artikel is toch dat melk geen invloed heeft op hart en vaatziekten”. (Bron: NRC 26-09-2011)

Aanvulling 19-10-2011:



Zie ook: Melk van de boer en melk van de boerin

donderdag 22 september 2011

200. Golfpatronen (1)

Overal waar water stroomt en water in beweging is, is ritme. Dit wordt zichtbaar door allerlei patronen in het landschap op aarde, aan de zeeën en in de lucht. Afhankelijk van de stroming, de wind en de ondergrond, kunnen er diverse golf- en ribbelpatronen ontstaan. Ze zijn vaak te zien aan het strand, langs beekjes en rivieren, in wolkenluchten, maar ook wel bij sommige organismen die op aarde leven. Deze organismen bestaan meestal hoofdzakelijk uit water of er stroomt water (bloed) doorheen. De huid van vissen bijvoorbeeld lijkt op stromend water en ook boomschors toont duidelijke sporen van waterstromingen.

Links: vissen  Rechts: Terugstromend water op het strand

   Het water op het strand laat ritmische patronen achter in het zand en dit lijkt ook zo te gaan bij bomen. Er is enkel een verschil in de snelheid van groei en de plasticiteit van het materiaal. Door de relatief langzame groei en de stugheid van het hout heeft het ritmepatroon enige jaren tijd nodig om vorm te krijgen. Het water dat constant door de boom stroomt legt dat ritme vast in de schors of het hout. In het sterk vertraagde groeibeeld (want bomen lijken stil te staan) kunnen wij door onze conditionering moeilijk nog de stromingen van water herkennen, welke zich sinds jaar en dag door de boom omhoog en omlaag bewegen. Maar zou men er een camera voor zetten, er elke dag een plaatje van schieten en de beelden na een aantal jaren achter elkaar plakken, dan zou het stromen zichtbaar worden.

   De schors van een boom lijkt een verhoute vorm van water te zijn welke stilstaat maar in werkelijkheid in een zeer traag tempo stroomt. Elke boomsoort behoudt daarbij zijn specifieke karaktereigenschappen, waardoor er bij elke soort weer een ander stromingsbeeld ontstaat. Ook als een boom in planken wordt gezaagd zijn duidelijk de vloeiende waterlijnen aanwezig.

 Links: houten plank     Rechts: opgedroogd zand op het strand

   Hieronder heb ik een aantal afbeeldingen van deze waterpatronen in paren bij elkaar geplaatst. U ziet frappante gelijkenissen met dus alleen een verschil in ontstaanstijd en plasticiteit. Bij het water aan het strand dat de ontelbare zandkorreltjes in een patroon vastlegt gaat het daarbij om enkele minuten of uren, bij wind en wolken ook. Bij bomen heeft het dus wat meer tijd nodig.





























199. Golfpatronen (2)





























198. Golfpatronen (3)