vrijdag 26 april 2013

378. Conrad Gesner, illustraties uit zijn Historiae animalium



Conrad Gesner was natuurkundige, botanicus, arts en filoloog, geboren te Zürich (1516-1565). Hij probeerde alle in die tijd bekende Latijnse, Griekse en Hebreeuwse literatuur samen te brengen in een complete universele bibliografie, de Bibliotheca Universalis. Conrad Gesner beschreef daarin duizenden werken en bleek uiteindelijk gekomen te zijn tot ongeveer 20.000 titels, een kwart van het in de zestiende eeuw bekende bestand.
Zijn Historiae animalium bestaat uit vier delen:

- Quadrupedes vivipares, over levendbarende viervoeters
- Quadrupedes ovipares, over eierleggende viervoeters
- Avium natura, over vogels
- Piscium & aquatilium animantium natura, over vissen
Onderstaande illustraties komen uit Gesner’s Historiae Animalium. Het zijn houtgravures van bekende kunstenaars uit die tijd, zoals Albrecht Dürer.

















vrijdag 19 april 2013

377. De monsters van Ulisse Aldrovandi (1)


De monsters van Ulisse Aldrovandi (1522-1606) doen denken aan de duiveltjes en fabeldieren van de St. Jan, de kathedraal in Den Bosch en aan de geschilderde mens- en dierfiguren van Jeroen Bosch. In de 16e eeuw hadden allerlei natuurfenomenen een diepere symbolische betekenis. De natuur kon op verschillende niveaus als een boek gelezen worden. Elk dier, plant of gesteente bestond uit een veelheid van verbanden, associaties en betekenissen, een mysterieuze wereld die bevolkt was met zowel lieflijke als monsterlijke wezens, waar ook de mens deel van uitmaakte. Aldrovandi was de eerste professor in de natuurwetenschappen aan de universiteit van Bologna en drijvende kracht achter een van de vroegste botanische tuinen van Europa. In zijn rariteitenkabinet bevonden zich duizenden natuurobjecten die hij verzameld had tijdens expedities.
Ulisse Aldrovandi wilde van elk dier, plant of mineraal, een exemplaar hebben. Net als de Griekse natuuronderzoeker Plinius, had hij zo’n 20.000 voorwerpen verzameld en beschreven. De afbeeldingen hieronder komen uit zijn boek: Monstrorum historia cum Paralipomenis historiae omnium animalium.














donderdag 11 april 2013

376. Kijkgaatjes

Vroeger had je nog geen camera’s en ook geen glazen voordeuren, je kon niet zien wie er klopte of aanbelde. De voordeur openen hield een bepaald risico in, want wie stond daar? Misschien wel een vreemdeling of een dief? Mensen waren ook toen al bang voor het vreemde en onbekende. Daarom werden er openingen in de deuren gemaakt, soms met een afsluitbaar deurtje aan de binnenkant. In zuidelijke landen zie je deze kijkgaatjes (vaak versierd met een stukje smeedwerk) nog veel in de deuren van oude huizen. Ze doen tegelijkertijd dienst als ventilatieopening.




















woensdag 10 april 2013

375. De rhinoceros

Afbeelding: Ambroise Paré

Afbeelding: Burgkmair

Afbeelding: Albregt Altdorfer

Afbeelding: Albregt Dürer 

Afbeelding: Albregt Dürer

Afbeelding: Conrad Gessner


Afbeelding: Conrad Gessner

Afbeelding: Conrad Gessner

Afbeelding: Ulisse Aldrovandi