maandag 28 augustus 2017

417. Het kauwtje


Het kauwtje op de foto hoort bij een kauwenkolonie van ongeveer 120 kauwen die hier in de buurt hun woon- en fourageplek hebben. Vanaf de eerste ontmoeting vatten we sympathie op voor elkaar wat in de loop der tijd alleen maar sterker werd. Ondanks dat het kauwtje mij erg goed kent, blijft ze toch enigszins bang. De meeste buurtbewoners hier houden namelijk niet zo van kauwen, ik hoor ze nogal eens driftig in hun handen klappen om ze te verjagen. Kauwtjes mijden die plekken liefst. Mijn kauwtje weet steeds beter wat ze aan me heeft en anticipeert daar op. Ze heeft een onderscheidend vermogen wat meestal niet wordt verondersteld. Waarom niet? Omdat voor de mens kauwen allemaal zwarte vogels zijn, wij kunnen in die groep nauwelijks individuen onderscheiden. En als wij dat niet kunnen, veronderstellen we vanuit ons superioriteitsgevoel dat dieren dat dan zeker niet kunnen. Dat is een vergissing. Ik heb de kauwtjes leren kennen als intelligente vogels die behalve zijn soortgenoten ook de mens en zijn gedrag kunnen inschatten en begrijpen voor zover dat voor hun van belang is. Als ik met een veger in de weer ben loopt het kauwtje een stukje vooruit, ondertussen gezellig hier en daar wat oppikkend. Maar de buurman die een veger hanteert betekent gevaar, dan vliegt ze direct weg. Mijn tuin is veilig gebied. Ook als er bezoek is van mensen die ze niet kent, beschouwt ze dat als vertrouwd. Tenzij men zich onrustig gedraagt of druk gesticulerend praat. Kauwtjes zijn kijkers, ze zien alles en houden de ogen van de mens goed in de gaten. Een rechtstreekse blik kunnen ze moeilijk tegen. 


Mijn kauwtje kent de menselijke gebruiksvoorwerpen zoals: een bord, kopje, snoeischaar, veger, hark, stoel, enzovoorts, zij weet wat dat inhoudt en wat ik ermee doe. Ook herkent ze allerlei geluiden, een deur die open- of dichtgaat en wie daar bijhoort, de klank van bestek op porselein, de diverse voetstappen, een stem. Ze leert mij ook om haar te begrijpen, bijvoorbeeld: als ik buiten een boterham eet, wil zij ook graag een stukje en maakt mij dat duidelijk door haar snavel beurtelings goed hoorbaar af te vegen aan het houten plateau waarop ze staat. Ik bevestig dit gedrag door haar te belonen. Een toegeworpen nootje dat ergens onder rolt en zij niet kan vinden, wordt uiteindelijk wel gevonden doordat ik met mijn ogen in die richting kijk en zij daaruit afleidt waar ze precies moet zoeken. Mijn tuin hoort bij een deel van haar territorium. De andere kauwen weten en respecteren dat tot op zekere hoogte. Zij en haar mannetje hebben de eerste optie, daarna de twee kinderen van vorig seizoen. Maar voedsel is voor iedereen van levensbelang. Als de hele meute zich niet meer kan inhouden en zich op de broodkruimels stort, draait ze zich naar de indringers, aanvallend, pikkend en joekerend: "kaw-kaw-kaw". Het is een ritueel, blijven duidelijk maken aan de anderen dat deze tuin tot haar domein behoort en zij de eerste keuze heeft.