dinsdag 24 mei 2011

138. Jonge pimpelmeesjes


   De pimpelmeesjes zijn vanmorgen uitgevlogen. Ik kon het nestkastje tot op een halve meter naderen. De ouders bleven gewoon af- en aanvliegen met rupsjes en andere insecten. Eerder was het me al opgevallen dat veel vogels in deze periode van voeren veel minder schuw zijn naar mensen toe. Vogels herkennen mensen, weten wie waar woont en leren door ervaring in hoeverre mensen gevaarlijk kunnen zijn voor hen en het nest. Het is goed om te weten dat veel vogels en dieren niet van drukdoenerij houden. Wil je ze van dichtbij leren kennen dan is het goed om alle handelingen rustig, langzaam en zonder veel lawaai uit te voeren. De meeste dieren houden niet van een snelle, plotselinge beweging of een onverwacht hard geluid. Dat betekent meestal gevaar. Langzaam maar zeker leren ze van: hee, daar heb je Piet weer, die doet rustig zijn ding maar houdt daarnaast rekening met ons, doet niks onverwachts dus daar hoeven we niet bang voor te zijn. Zoek de grenzen op van je eigen interesse en nieuwsgierigheid, verken voorzichtig de grenzen van de vogel of het dier en stem op elkaar af. Die houding wordt opgepikt als een welkom kruimeltje brood.

   De ouders zien er behoorlijk verfomfaaid uit. Ze zijn ook al weken aan één stuk door in de weer voor hun jongen, met heel af en toe een korte pauze.


   De grootste van de jonge pimpelmezen (zie de foto hieronder) versperde de laatste dagen nogal eens de opening voor de anderen. Dit brutaaltje werd daardoor het meest gevoerd en zou vandaag ook als eerste uitvliegen.

   Steeds voordat de ouders met hun bek vol rupsenspul het nestkastje binnengaan strijken ze neer op een vaste tak van de oude hazelaar. Daarbij waarschuwen ze de jongen met een trrrrr-tsji-tsji-tsji. Zo gauw de jonge meesjes dat horen raken ze in alle staten en beginnen met wijd opengesperde bekjes zo hard mogelijk te piepen. Het vogeltje dat zijn bek letterlijk en figuurlijk het hardste opentrekt, krijgt de meeste aandacht. De ouders zullen daar zoveel mogelijk op reageren door aan dit vogeltje meer voedsel te geven dan aan de anderen.

   De laatste en kleinste die het nest verliet vloog recht in de Japanse esdoorn maar kon geen houvast vinden. Uiteindelijk belandde dit meesje op de grond aan mijn voeten. Trillend van deze allereerste vlucht stond ie daar op zijn kleine pootjes en keek naar omhoog. Traag zakte ik met mijn camera door de knieën. Na een tijdje bracht ik mijn hand langzaam tot aan zijn pootjes en ja, hij omklemde mijn wijsvinger als een tak. Even later ging hij zich in mijn hand onder de vleugels pikken, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Daarna heb ik hem weer op de grond neergezet zodat het voeren door de ouders kon voortgaan.


Geen opmerkingen: