vrijdag 30 maart 2012

314. Vreemdgaan

Dit is het 12e deel van een serie aforismen, verzen en gedichten van AdeM (een pseudoniem). AdeM is een kunstenaar waarmee ik correspondeer en mail-art uitwissel. De aforismen zijn uit het leven gegrepen, soms opgewekt, dan weer wat triestig, maar altijd met humor en een kwinkslag geschreven. Meer aforismen en gedichten zijn te vinden in de rechterbalk onder ‘labels’.







woensdag 28 maart 2012

313. De Loonse en Drunense duinen


   Een dringend advies voor mensen die niet van massarecreatie houden: ga niet naar de Loonse en Drunense duinen. Ik ben er de laatste tijd verschillende keren geweest en heb het echt gehad. Oké, ik had natuurlijk niet zo stom moeten zijn om daar een zondag voor uit te kiezen. Ik ging er van uit dat de ‘natuurliefhebbers’, recreanten, bikers en hondenuitlaters nog in bed lagen en de ouders met hun slecht opgevoede kinderen nog aan de müsli met melkchocoladebrokjes zaten. Maar nee, ze waren er allemaal en het werden er meer en meer. Het terras van Bosch en Duin zat om tien uur al helemaal vol. Honden, óveral loslopende honden met drukke baasjes die zich schor commandeerden. Fietsers, auto’s, brommers en motoren zochten naar een plekje voor hun vervoermiddel. Vanaf de parkeerterreinen liepen ze massaal via een afgetrapt bospad naar het open zanderige terrein. Een vennetje was de eerste attractie die de meute tegenkwam. Daar lieten ze hun beesten los die als dolle stieren het vennetje in renden om de weggeworpen stok van hun baas te halen.


   Het vennetje wat daar ligt ken ik van vroeger, ik heb er goeie herinneringen aan. Toentertijd was het langzaam naar een bepaalde harmonie gegroeid. In het vroege voorjaar zat het vol met kikkerdril, dan gleden de eerste schaatsenrijders vrolijk over het wateroppervlak. In het gebied hing een serene sfeer en het was aan de zweefvliegen, bijen en jubelende leeuweriken om uiting te geven aan de stilte die er heerste. Een vennetje zoals Frederik van Eeden het ooit beschreef in De Kleine Johannes:

“……..Heel achter was een plekje, dat hij het paradijs noemde en daar was het natuurlijk erg heerlijk. Daar was een groot water, een vijver, waar witte waterleliën dreven en het riet lange fluisterende gesprekken hield met de wind. Aan de overzijde lagen de duinen. Het paradijs zelf was een klein grasveldje aan deze oever, waartussen het nachtegaalskruid hoog opschoot. Daar lag Johannes dikwijls in het dichte gras en tuurde tussen de schuifelende rietbladen door naar de duintoppen over het water. Op zomeravonden was hij daar altijd en lag uren te staren, zonder zich ooit te vervelen. Hij dacht aan de diepte van het stille, heldere water voor zich, hoe gezellig het daar moest zijn, tussen die waterplanten, in dat vreemde schemerlicht, en dan weer aan de verre, prachtig gekleurde wolken die boven de duinen zweefden, wat daar wel achter zou zijn en of het heerlijk zou zijn daarheen te kunnen vliegen….”


   Het vennetje in de Loonse en Drunense Duinen werd deze zondag door tientallen honden omgeploegd en verstoord, een dagelijks terugkerend geweld. De oeverplantjes worden vertrapt, het waterleven in de kiem gesmoord. Van de sfeer zoals hierboven beschreven, is al jaren niets meer te bekennen. Men heeft er wandel- fiets- en ruiterpaden aangelegd, daarnaast mogen het publiek en de ruiters overal lopen, waardoor er honderden paadjes zijn ontstaan. Dit beschermde natuurgebied wordt niet voldoende beschermd. De oppervlakte aan duinen en stuifzand wordt ook steeds kleiner. Het is een kwestie van tijd voordat het stuifzand geen ruimte meer heeft om te stuiven en dan is dit unieke gebied er geweest.
   Wie nog iets van de schoonheid wil proeven, kan het beste op een koude stormachtige dag naar de Loonse en Drunense duinen gaan. Dan is er geen mens te zien, zijn de voetstappen verwaaid en de terrassen gesloten. Met wat goede wil kan men nog genieten van de stilte en een wijds uitzicht. Meer kan ik er niet van maken.











maandag 26 maart 2012

311. "Koe heeft karakter"


Elke dieren- of natuurliefhebber weet dat dieren een karakter hebben. Dat bijvoorbeeld jonge hondjes of katjes uit één nest totaal verschillend van karakter kunnen zijn. Het ene dier is angstig en teruggetrokken van aard, het andere is onverschrokken en avontuurlijk. Uit het krantenartikel hiernaast maak ik op dat een zoötechnicus het wiel opnieuw heeft uitgevonden. Hij heeft ontdekt dat een    koe karakter heeft. Zo iemand houdt zich duidelijk niet met dieren bezig maar met een product, met cijfers en technieken, anders zou hij beter weten. Een zoötechnicus probeert nóg meer fokprogramma’s te ontwikkelen. Hij komt op het idee om varkens op roosters te zetten, zodat de mest onder hen in een ruimte kan vallen, maar waardoor een groot deel van de varkens pootproblemen krijgt en de zoötechnicus daar weer een oplossing voor moet verzinnen. Een kip fokken die in 6 weken tijd drie kilogram weegt, dat soort werk.
En dan op zekere dag ontdekt de technicus ineens dat een koe een karakter heeft. Wij wisten dat al, maar hij dus niet. Alle dieren hebben een karakter, ze hebben een bepaald temperament en kennen emoties als angst en verdriet. Ze kunnen pijn ervaren, speels en vrolijk zijn en sommige zijn zelfs in staat om creatieve oplossingen te vinden voor problemen die ze tegenkomen. Ook vogels en vissen hebben een karakter, hebben bijzondere kwaliteiten en communicatievormen waarvan wij het fijne nog niet weten. Voor mensen blijkt het vaak erg moeilijk om zich in een ander mens te verplaatsen, nóg moeilijker is het om dieren te begrijpen. Alles wat leeft heeft zijn eigenheid, geen boom is hetzelfde. Zet twee zaailingen van dezelfde soort in de grond, geef ze zoveel mogelijk gelijke omstandigheden en toch worden het twee verschillende bomen.

Tot slot: het is voorjaar, binnenkort zijn er weer aardbeien. Koop een bakje (liefst biologische) aardbeien en proef eens geconcentreerd en met volle aandacht een aardbei en nóg een aardbei, enzovoorts. Iedere vrucht heeft een nét andere smaak. Je proeft daarmee de eigenheid en het karakter van de individuele vrucht.



zaterdag 24 maart 2012

310. Een oogje dichtknijpen

Dit is het 11e deel van een serie aforismen, verzen en gedichten van AdeM (een pseudoniem). AdeM is een kunstenaar waarmee ik correspondeer en mail-art uitwissel. De aforismen zijn uit het leven gegrepen, soms opgewekt, dan weer wat triestig, maar altijd met humor en een kwinkslag geschreven. Vorige afleveringen zijn te vinden in de rechterbalk op: ‘labels’ en vervolgens op ‘aforismen en gedichten’.










dinsdag 20 maart 2012

309. Zo boven, zo beneden: delta's en duinen

Onderstaande foto's zijn satelietbeelden gemaakt vanaf grote hoogte. De patronen lijken sterk op vormen en patronen die te vinden zijn aan zee.
Diverse afbeeldingen van golfpatronen kunt u vinden in de rechterbalk onder de labels: zee; water; gelijkenissen.

Lineaire duinen (Algerije), ontstaan door wind uit één richting

Bombetoka Bay (Madagascar)

Sterduinen (Algerije) Gevormd door diverse windrichtingen

Gobi-woestijn (Mongolië) met duinen tot 500 m. hoogte en meren

Okavango-delta (Zuidelijk Afrika)

Duinen met scherpe hoeken (Xiang, China)







308. Bloemenbomen













zaterdag 17 maart 2012

307. Elkaar zwart maken

Dit is het 10e deel van een serie aforismen, verzen en gedichten van AdeM (een pseudoniem). AdeM is een kunstenaar waarmee ik correspondeer en mail-art uitwissel. De aforismen zijn uit het leven gegrepen, soms opgewekt, dan weer wat triestig, maar altijd met humor en een kwinkslag geschreven. Meer aforismen en gedichten zijn te vinden in de rechterbalk onder ‘labels’.









donderdag 15 maart 2012

305. Woorden van Hippocrates (2)

'Een kunst die geheel tot techniek wordt, is ten ondergang gedoemd'.

"Niets gaat geheel verloren, niets wordt geschapen. Voor alle levende wezens geldt, dat ze niet anders doen dan groeien, zich vermeerderen en dan komt de teruggang, dit alles zover als binnen hun natuurlijk bereik ligt. Zo zijn geboren worden en sterven hetzelfde, zijn geboorte en dood twee aspecten van één zelfde fenomeen: het leven. Geboren worden is menging, compositie. Sterven is ontmenging, décompositie. Ieder ding staat in relatie tot het Al; het Al is te vinden in ieder ding, alles wat de aarde voortbrengt is conform die aarde!"

"Ziekte komt altijd neer op geweld aangedaan aan de mens, voortvloeiend uit gebrek aan eerbied voor natuurlijke wetten en natuurlijke behoeften van de mens, zowel de individuele mens betreffende als ook in groter verband. Symptomen zijn kreten van de natuur. Zij dienen om ons de toestand van ons lichaam te openbaren. Daarom moeten we hun taal leren verstaan. Wanneer de natuur sterk genoeg is zal ze de strijd winnen. Als ze onvoldoende krachtig is vraagt ze om onze ondersteuning. Zelfs excessen in de lichamelijke inspanning in die strijd vragen om matiging. De natuur geneest! Ze doet dat op drie manieren; op een passieve of statische manier door rust, onthouding, slaap; actief door oefening, beweging, voedsel. Tenslotte door zich te verzetten, door reacties tegen uitwendige invloeden die van haar eigen innerlijke wijsheid getuigen. Ziekte, zo gezien, is een vitaal gebeuren. Men moet dat niet verwarren met hetgeen men waarneemt als organische veranderingen die er slechts het gevolg of het resultaat van zijn. De arts is, ten overstaan van dit alles de tolk, daarnaast de dienaar van de natuur."
 

“Om een goed arts te worden dient men over zes eigenschappen te beschikken: de natuurlijke aanleg, een goede opvoeding, goede omgangsvormen, studeren vanaf de jeugd, liefde tot de arbeid en de bereidheid tijd te geven aan de mensen.”

woensdag 14 maart 2012

304. Woorden van Hippokrates

    “Aan het menselijk organisme bestaat geen begin. Alles ervan is tegelijkertijd begin en einde. Aan een cirkel kan men ook geen begin vinden. Ziekten blijken mij dan ook van het gehele lichaam te zijn. Het deel draagt alles wat hem overkomt over op de hem verwante delen. Hierdoor is het, dat het gehele lichaam, door zijn relaties met het kleinste deel ervan, tot pijn of tot vreugde wordt gebracht, omdat in het kleinste deeltje alle delen vertegenwoordigd zijn en dit alles op zijn gelijken overdraagt en doorgeeft. Ook de deeltjes worden gevoed, ze voeden zich en groeien als gevolg van de door de mens gevolgde leefwijze, onder invloed van alles wat de mens beleeft en ondergaat. En zo zullen de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van mensen over het algemeen met de eigen aard van een land overeenstemmen.
   Ziekten ontstaan door hetgeen boven het normale uitgaat dan wel door hetgeen daaraan ontbreekt. Het wezen van iedere ziekte is een teveel of een te weinig, alleen de lokalisatie is verschillend. En zo bestaat de geneeskunst in het wegnemen van het overtollige en dus schadelijke en het toevoegen van hetgeen ontbreekt. Het is daarbij niet voldoende, dat de arts al het nodige doet, maar zulks moet ook geschieden door de patiënt zelf, zijn naaste omgeving en de wereld rondom hem en daarbuiten.”

Hippokrates

dinsdag 13 maart 2012

303. Een lapsnuitkever in de keuken


   Deze week vond ik op de muur in mijn keuken de Gegroefde lapsnuitkever (Otiorhynchus sulcatus), ook wel Taxuskever genoemd. Het is een zwarte snuitkever, zwart van kleur, die een aantal lichtere plekjes op zijn dekschilden heeft. Dat het een snuitkever is wordt direct duidelijk als je zijn verlengde kop ziet die bij deze soort wel iets heeft van een eland.

   Deze kever is voornamelijk ’s nachts actief, het moment dat ik slaap. Wat ie dan in het donker in de keuken doet is me een raadsel. Bij nadere bestudering blijkt dat hij van rozen houdt en van de taxus natuurlijk. Die klimroos staat buiten om het hoekje en de taxus komt in de haag voor. Dat is geen goed teken zegt men, want deze kever en zijn nakomelingen heten zeer schadelijk te zijn, ze tasten de wortels aan waardoor de plant sterft. Fanatiekelingen zonder hersens zetten dan zwaar vergif in. Zelf zit ik er niet zo mee, ik beschouw het zogenaamde ongedierte en onkruid als helpers om een optimaal evenwicht te bereiken in mijn tuin. Op plaatsen waar door menselijk ingrijpen de harmonie wordt verstoord, komt de natuur meteen in actie om het evenwicht te herstellen, dat gaat vanzelf. Een tuin is zo bezien altijd een verstoring van het oorspronkelijke leven van deze plek, van schimmels, insecten en planten die daar horen, tot vogels en dieren. Het is voor mij een vanzelfsprekendheid om zoveel mogelijk rekening te houden met deze uitgangspunten, dus samen te werken met de natuur en een zodanige schoonheid te creëren dat natuur en cultuur in tevredenheid samen kunnen gaan.


   De Gegroefde lapsnuitkever beweegt traag en houdt van stilzitten. Als hij gestoord wordt houdt hij zich dood of laat zich op de bodem vallen. Dan is hij door zijn schutkleur nauwelijks nog te vinden. Deze specifieke soort kan enkele jaren oud worden, wat voor een kever uitzonderlijk is. Er zijn bijna geen mannetjes. Het vrouwtje heeft ook geen mannetje nodig voor de voortplanting en plant zich maagdelijk voort. Dit verschijnsel wordt parthenogenese genoemd.
   Ik heb het beestje buiten gezet, een meter van de rozenstruik. Het zal heus niet de enige Gegroefde lapsnuitkever zijn in de tuin. En wat ik al zei: ik zit er niet mee.