donderdag 8 maart 2012

300. De kauw, een vrolijke en intelligente vogel



Ik ben gek op kauwtjes en kraaien. Eigenlijk ben ik dat op elke vogel wel, bedenk ik, maar op dit moment trekken de kauwtjes mijn aandacht. Dat komt door de tijd van het jaar en de wind die er de laatste dagen staat. Kauwen hebben veel plezier en zijn voortdurend in de lucht met elkaar aan het spelen. Ze buitelen om elkaar heen, ze draaien, duiken en zwieren. Met honderden kunnen ze als één organisme tegelijk opvliegen onder een gemeenschappelijk geuite kreet.
Misschien was het u al opgevallen dat kraaiachtigen altijd in paartjes vliegen. Zelden zie je een kauwtje alleen. Als je er een ziet, weet je dat de wederhelft ook in de buurt moet zijn.  Samen maken ze hun figuren, ze doen dat vaak synchroon. Kauwen zijn erg trouw, al snel herken je welke twee een koppeltje vormen.


Kauwenpaartjes leven ook na de broedtijd samen en blijven hun verdere leven bij elkaar. Het zijn sociale vogels die graag in groepen leven, ook al bouwen ze hun nesten regelmatig buiten de groep in een schoorsteen, holle boom of boomtop. Een kauwtje is zeer intelligent en begrijpt veel meer dan menigeen veronderstelt. Kauwen kijken mensen inschattend aan en kunnen personen herkennen.

Ook kennen ze elk ander kauwtje in een groep van vele honderden exemplaren. Kraaiachtigen en papegaaien doen sowieso qua slimheid niet onder voor mensapen. Ze houden van uitdagingen, zijn avontuurlijk en inventief, kunnen anticiperen op situaties, dus vooruitdenken en gebruiken werktuigen en slimmigheden om voedsel te vergaren. Bekend zijn de walnoten en slakkenhuizen die ze van grote hoogte kapot laten vallen om de vrijgekomen inhoud daarna op te kunnen peuzelen. Nog verbazingwekkender is het voorbeeld van een smal glas met een laagje water waarop iets lekkers drijft, maar waar de kraai in dit geval niet bij kan. Wat doet hij? Hij zoekt stenen en gooit deze een voor een in het glas zodat het waterpeil stijgt en hij bij het voedsel kan!

Even wat anders. Een tijdje terug was ik op de wadden en hoorde de kauwen hier een andere taal spreken. In Venlo zingt men anders dan in Groningen, in Amsterdam anders dan in Deventer. Eerder al had ik dat opgemerkt bij het roodborstje en ik vermoed dat het wel voor alle vogelsoorten geldt. Een streektaal die steeds weer wat verschilt van een stukje verder, zoals wij dat ook van onze dialecten kennen.

Geen opmerkingen: