dinsdag 31 mei 2011

143. Simple design (2): De atelierstoel


   De atelierstoel is van 1997 en is behoorlijk bezeten, als u begrijpt wat ik bedoel. Hij is gemaakt van jonge berkenstammetjes uit een hakhoutbos in Brabant, namelijk het natuurgebied De Mortelen tussen Best en Oirschot. Berkenstammetjes vertonen zich als ze jong zijn in allerlei prachtige kleurvariaties. Dat gaat van spierwit tot donkerbruin, van dieprood tot lichtroze, het is er in goud, brons en zelfs in groen door algen gepatineerd brons, stammetjes met vlekjes, streepjes en zwarte punten, afschilferend beige met zilver en roodbruine randjes en ga zo maar door. Voor deze atelierstoel heb ik voornamelijk de gouden berkenstammetjes gezocht.                               Klik op de foto's voor een groter beeld. 


   De atelierstoel ‘Elsje’ was eigenlijk niet voor mijzelf bedoeld maar voor een aardige vrouw die Els heet. Ik zocht in die tijd naar een atelier in een natuurlijke omgeving en vond uiteindelijk een geschikte ruimte welke oorspronkelijk ook als atelier was bedoeld. Het atelier had grote ramen aan de noordzijde, stond in een weiland met schapen en behoorde toe aan een echtpaar die vanuit hun huiskamer uitkeken over de landerijen en dat gebouw. Toen ik aanbelde bij het huis deed Els dus open en reageerde meteen positief op mijn vraag of ik het kon huren. Alleen moest ze het nog even aan haar man vragen, wat me een formaliteit leek te zijn. Een tijdje daarna ging ik er opnieuw langs. Maar de heer des huizes wilde het niet en daar was verder ook geen speld tussen te krijgen. Intussen was ik uit een soort van voorbarige dankbaarheid al heel optimistisch een stoel voor haar aan het maken, genaamd: ‘Elsje’. Ik dacht, als ik dat atelier straks mag gebruiken, krijgt zij van mij een mooie stoel kado. Maar dat ging dus niet door. Ik heb de stoel afgemaakt en nu zit ik er zelf al jaren in.

                                                                  Details

   Het opmerkelijke van deze stoel zijn de bijzondere groeivormen die ik in tweevoud moest vinden, vier paren van speciale vormen: de gevorkte voorpoten met spiraal, de armleuningen, de achterpoten en de bovenrug. Alle vormen zijn vrij gegroeid in het bos en niet geforceerd gebogen. Vooral de voorpoten die zich vertakken met een spiraalvormig deel zijn uniek. Vind daar maar eens twee identieke exemplaren van.
   De stoel heb ik gemaakt toen het hout nog niet helemaal droog was, zodat de verbindingen met verdekte schroeven geborgd konden worden. Voorbeeld: het maken van een pen-en-gatverbinding voor armleuning en poot. Deze verbinding heb ik niet gelijmd maar aan de bovenzijde van de leuning heb ik met een scherp mesje een kerf gemaakt die niet helemaal doorloopt. De kerfsnede heb ik voorzichtig opgelicht, daaronder een gat geboord door de leuning heen en vervolgens een kleiner gaatje in de poot geboord. Dan de schroef er stevig ingedraaid en de kerf dicht gevouwen met wat lijm. Niks meer van te zien. Zo heb ik dus alle verbindingen gemaakt. En tot nu toe blijkt het na intensief gebruik nog steeds een stevige stoel te zijn en geniet ik elke dag opnieuw weer van de verscheidenheid aan tinten en vormen van het hout. De achterzijde bestaat uit een krom gegroeide vorm die de berkenstokken van de rugleuning op z’n plek houden. Op deze vorm is een berkenschijf bevestigd als een zon. In de strook bijenwas die daaromheen zit zijn duivenveren gestoken.


Voor meer simple design items zie zoekfunctie en tik in: simple design




maandag 30 mei 2011

142. De ontbossing, de soja en de koe


‘Tempo ontbossing in de wereld daalt’
  
   Deze enigszins hoopgevende kop stond in februari boven een krantenartikel. Er vindt nog wel ontbossing plaats, maar het gaat in ieder geval niet meer zo snel achteruit, althans zo zou je kunnen denken. Maar lees je verder dan blijkt het een klinische analyse te zijn vanachter het bureau.
   Voor deze kille rekenmeesters is een bos gewoon een groep bomen. Maakt niet uit hoe oud die bomen zijn en of ze onderdeel uitmaken van een ingenieus ecosysteem van vele duizenden jaren oud met de bijbehorende rijkdom aan planten, dieren, vogels en insecten. Nee, we kappen het oerwoud, verpatsen het hout, planten er daarna jonge boompjes op en hebben daarmee nieuw bos gecreëerd wat meetelt in de statistieken. Dat is één manier. Vorige week verscheen weer een geheel ander bericht:

‘Braziliaans regenwoud ontbost heel hard’

Het aantal hectares regenwoud in het Amazonegebied is de afgelopen 2 maanden bijna zes keer zo sterk afgenomen als in dezelfde periode vorig jaar. Ruim 100  vierkante kilometer gekapt regenwoud in maart/april 2010. Voor dezelfde periode in 2011 is dat 600 vierkante kilometer. Dit zijn cijfers over 2 maanden. Zo gaat het al vele jaren, steeds vergezeld met allerlei geruststellende berichten van regeringen en houtkapbedrijven dat er aan oplossingen en verbeteringen wordt gewerkt.
   Het nieuwsbericht gaat verder met: ‘De Braziliaanse regering zegt geschrokken te zijn van de nieuwe gegevens. Afgelopen december verklaarde de regering nog dat de ontbossing het laagste niveau in 22 jaar had bereikt.’
   Het blijkt wel mee te vallen met die schrik. Zojuist heeft het Braziliaanse parlement met instemming van alle tien partijen een nieuwe wet aangenomen. Landeigenaren mogen nu voortaan 55% van het oerwoud ontbossen om er landbouwgrond van te maken, eerst was dat 20%. Na de kap en verkoop van het hout komen er eindeloze monocultures van soja voor in de plaats.
   Soja is een belangrijk ingrediënt van veevoer waarmee koeien, varkens en kippen in ijltempo worden vetgemest. Deze dieren worden tenslotte afgemaakt, verwerkt en opgegeten door mensen. Niemand wordt hier wérkelijk beter van. Vlees eten betekent niet alleen voedselverspilling (het rendement van het land is bij veeteelt 6x kleiner), maar ook dierenleed. Het bespuiten met gif van de veevoergewassen zorgt voor vervuiling en verstoring van lucht, bodem en water, waardoor allerlei ziektes ontstaan, die weer met kwalijke middelen moeten worden bestreden, enzovoorts.


In een botanische tuin in het buitenland kwam ik op een expositie bovenstaande foto tegen van een slachterij. Niet prettig om naar te kijken maar wel een sterk beeld, een duidelijke illustratie van het gebrek aan respect voor het dier en het leven. Ik weet wel, dit zijn beelden die je hier in het Westen nog nauwelijks aantreft, maar het leed in een dierenleven is er niet minder om. Als ieder die een lapje vlees op zijn bord wenst nu eens het totale levensproces van zo’n dier heel bewust van begin tot het eind zou doorlopen. Dan zou bij de mens die zich daar oprecht voor openstelt vanzelf de lust vergaan tot het consumeren van een levend wezen. Zo goed als een hond of kat (in onze cultuur) ook niet in stukken gesneden en bruin gebraden op het bordje terecht komt, want ‘dat is zielig’. Dieren kennen gevoelens van angst, pijn en verdriet. Waarom zouden we ze een rotleven geven, doden en opeten als het anders kan? We doen het vooral uit gewoonte, omdat we ermee opgevoed zijn en het ooit lekker zijn gaan vinden. Maar lekker is het in zijn natuurlijke staat echt niet. Ik zou zeggen, neem anders een hap uit die koe!


Ik vind bloed, weefsel en organen geen voedsel voor een beschaafd mens. Dat is voor de roofdieren, voor de barbaar die niet beter weet, voor soldaten die vechten, moorden en verkrachten. Bij een fijnbesnaard gevoelig mens past voedsel wat de natuur ons in principe elke dag schenkt: vruchten, noten, granen, groenten en zuiver water.


   Ons huidige systeem is gebaseerd op hebzucht en egoïsme, alles draait om geld en daar is nog nooit iemand gelukkiger door geworden dan ie al was. We plegen roofbouw op de aarde, voeren oorlogen tegen elkaar om aan de ene kant nóg meer luxe en comfort te hebben en aan de andere kant de minderbedeelden verder uit te persen. En dan metselen we er nog een dikke muur tussen ook.
   We leven in een overgangstijd. De wereld zal de komende decennia ingrijpend veranderen. Het hangt van ieder individu af hoe de wereld eruit gaat zien, of het een paradijs wordt of een hel. De natuur, het grote allesomvattende leven, ontwikkelt zich altijd weer verder. Desnoods zonder de mensheid of zonder onze planeet. Het leven doet zijn werk, ademt in en uit. Wij mensen zijn maar een stofje in het geheel. Maar wel met een vonk van het grote vuur in ons en de vrijheid om bewuste keuzes te maken voor het een of het ander.
Laten we met z’n allen voor het ene kiezen.
Maar het andere kan natuurlijk ook…

Zie ook:
blog nr. 6 van juli 2010 Brand op de Strabrechtse heide
blog nr. 29 van september 2010 Metaforen: de huid van de aarde





dinsdag 24 mei 2011

138. Jonge pimpelmeesjes


   De pimpelmeesjes zijn vanmorgen uitgevlogen. Ik kon het nestkastje tot op een halve meter naderen. De ouders bleven gewoon af- en aanvliegen met rupsjes en andere insecten. Eerder was het me al opgevallen dat veel vogels in deze periode van voeren veel minder schuw zijn naar mensen toe. Vogels herkennen mensen, weten wie waar woont en leren door ervaring in hoeverre mensen gevaarlijk kunnen zijn voor hen en het nest. Het is goed om te weten dat veel vogels en dieren niet van drukdoenerij houden. Wil je ze van dichtbij leren kennen dan is het goed om alle handelingen rustig, langzaam en zonder veel lawaai uit te voeren. De meeste dieren houden niet van een snelle, plotselinge beweging of een onverwacht hard geluid. Dat betekent meestal gevaar. Langzaam maar zeker leren ze van: hee, daar heb je Piet weer, die doet rustig zijn ding maar houdt daarnaast rekening met ons, doet niks onverwachts dus daar hoeven we niet bang voor te zijn. Zoek de grenzen op van je eigen interesse en nieuwsgierigheid, verken voorzichtig de grenzen van de vogel of het dier en stem op elkaar af. Die houding wordt opgepikt als een welkom kruimeltje brood.

   De ouders zien er behoorlijk verfomfaaid uit. Ze zijn ook al weken aan één stuk door in de weer voor hun jongen, met heel af en toe een korte pauze.


   De grootste van de jonge pimpelmezen (zie de foto hieronder) versperde de laatste dagen nogal eens de opening voor de anderen. Dit brutaaltje werd daardoor het meest gevoerd en zou vandaag ook als eerste uitvliegen.

   Steeds voordat de ouders met hun bek vol rupsenspul het nestkastje binnengaan strijken ze neer op een vaste tak van de oude hazelaar. Daarbij waarschuwen ze de jongen met een trrrrr-tsji-tsji-tsji. Zo gauw de jonge meesjes dat horen raken ze in alle staten en beginnen met wijd opengesperde bekjes zo hard mogelijk te piepen. Het vogeltje dat zijn bek letterlijk en figuurlijk het hardste opentrekt, krijgt de meeste aandacht. De ouders zullen daar zoveel mogelijk op reageren door aan dit vogeltje meer voedsel te geven dan aan de anderen.

   De laatste en kleinste die het nest verliet vloog recht in de Japanse esdoorn maar kon geen houvast vinden. Uiteindelijk belandde dit meesje op de grond aan mijn voeten. Trillend van deze allereerste vlucht stond ie daar op zijn kleine pootjes en keek naar omhoog. Traag zakte ik met mijn camera door de knieën. Na een tijdje bracht ik mijn hand langzaam tot aan zijn pootjes en ja, hij omklemde mijn wijsvinger als een tak. Even later ging hij zich in mijn hand onder de vleugels pikken, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Daarna heb ik hem weer op de grond neergezet zodat het voeren door de ouders kon voortgaan.


zaterdag 21 mei 2011

137. Een Russische bijvrouw

   Ik heb naast de huidige e-mailadressen nog een oud adres van een jaar of 12 geleden, een adres wat ik al jaren niet meer gebruik. Mail versturen lukt niet meer, maar ontvangen nog wel.
   Sinds vorig jaar krijg ik met enige regelmaat mail van Russische vrouwen die volgens hun zeggen dolgraag een relatie met me willen aangaan. Sommige van hen praten zelfs al over trouwen, iets wat ik me ook wel voor kan stellen want wie wil er nou niet zo’n leuke kerel? Inmiddels staan er zo’n twintig Russische schonen in de wacht. Zonder enige uitzondering zijn ze jong en knap, tussen de 20 en 30 jaar.
   Ik ben een beetje laks geweest. Het is niet leuk om vrouwen die serieus in je zijn geïnteresseerd zolang te laten wachten. Het gaat toch over een onderwerp wat voor een vrouw heel veel betekent: een sterke man, een leuk huis, trouwen, kinderen krijgen en een beetje rond het huis en in de keuken koetelen. Maar ja, twintig stuks, zie daar maar eens uit te kiezen. Ik lag er 's nachts wakker van.
   Ten langen leste heb ik het er maar eens met mijn vriendin over gehad, die kan nog wel eens verstandig uit de hoek komen. Zij zegt dat ik het beste Natalya kan nemen. Waarom? Omdat die me al voor de tweede keer heeft geschreven en de anderen niet. “Zij heeft tenminste aandacht voor je, toont initiatief en steekt er nét iets meer energie in dan de rest”. Ja, daar heeft ze wel een punt. En ik moet zeggen, zonder overigens de andere kandidaten tekort te doen, deze vrouw ziet er fantastisch uit. Zoals ze daar in de keuken uitdagend tegen het aanrechtblad staat lijkt ze me een echte keukenprinses, een stoeipoes ook. Dat is niet onbelangrijk en moeten we zeker niet onderschatten. Wij mannen leiden uiteindelijk toch de wereld, zetten de grote lijnen uit en nemen de belangrijke beslissingen die er echt toe doen. Als we thuiskomen van een drukke dag willen we ons kunnen ontladen en weer opladen, dan willen we goed verzorgd worden door een mooie vrouw die zich dienstbaar kan opstellen en eens even niet aan zichzelf denkt. Nou, dat zie ik allemaal wel in deze vrouw. Ja, laat ik toch maar deze Natalya doen. En als het niks is zijn er altijd nog 19 over.


Hieronder een wilekeurige selectie afbeeldingen uit de diverse mails..


De foto en mail van Natalya:
Hi dear stranger,

I was a young girl with Rus. I am Nataliya. There are 25 years.
I live singly. I do not know how to do the knowledge in Internet, but here proverт. I am very alone and I would want to find a man.
I am looking for a serious relation, friendship and love. I want to find in this big world, a good man with a I'll be happy. I want to find a satellite that is next to me. The man who gives me their love and care and respect me and my feelings.
I send my photo to you, hope you like. perhaps I and you puт to obtain something. If you have interested to acquire familiaritа, then to write to me to my mail: natysyaj@yahoo.com
I wait for your message. Nataliya.


donderdag 19 mei 2011

136. Boos op de fotograaf

















135. Arnhem verwijdert afvalbakken



   Een recent persbericht: “Arnhem gaat de helft van alle afvalbakken uit de stad verwijderen om zo een half miljoen euro te kunnen bezuinigen. Ook zullen de straten minder worden gereinigd. Daardoor hoeft er niet te worden getornd aan het beleid rondom de minima.”
   Aardig van deze stad, een nobel streven zou je bijna zeggen, het klinkt in ieder geval zeer sociaal. Maar als die afvalbakken in Arnhem verdwijnen, verdwijnen ook een aantal schoonmakers die deze bakken legen, want zij zijn juist de grootste kostenpost. Deze mensen zijn hun werk ineens kwijt, worden aan de minima toegevoegd en dat kost de gemeente dan op termijn een bedrag van…..een half miljoen euro aan bijstand! Dat schiet zo ook niet op.

In het jaarverslag van de Gemeente Arnhem heeft men o.a. als beleidsdoel gesteld:
Arnhem, schoon, heel en veilig onder het motto Buiten Gewoon Beter (BGB)
Daar staat als beleidsdoel dat: "de onderhoudstoestand van steeds meer wijken is:
- schoon en netjes;
- heel en veilig;
- mooi en functioneel,
waardoor een zichtbare kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte gerealiseerd wordt.
Verhogen beeldkwaliteit…...........enzovoorts, bla-bla-bla."

   De beeldkwaliteit van Arnhem zal er ondanks deze mooie woorden de komende jaren alleen maar op achteruit gaan alsook het inkomen van de minima. De maxima in het gemeentehuis breken zich intussen het hoofd over welke marmersoort er in de nieuwe hal moet komen, het zwart gepolijste Nero Marquina uit Italië of het Griekse rode Parnon. Zo heeft ieder zijn zorgen.

Foto onder: De ochtend na Koninginnendag


maandag 16 mei 2011

133. De schoonheid van een slak


    Vandaag kwam ik in de tuin een oranje exemplaar van de Grote wegslak (Arion rufus) tegen, dat is niet de eerste keer. Ik schat dat er hier minstens zo’n duizend exemplaren van deze slakkensoort bivakkeren, zowel grote als kleine. Ze verstoppen zich onder de opgestapelde stenen (dat zijn er ook wel duizend) en stukken hout waarmee ik allerlei muurtjes en terrasjes heb gebouwd. Vooral ’s nachts en bij nat weer, komen de slakken tevoorschijn en maken er één groot feest van. Natuurlijk staan er rottende bladeren op het menu, die liggen er hier genoeg, maar het lijkt me dat ze zich met nóg meer enthousiasme te goed doen aan de malse blaadjes van de goudsbloemen en niet te vergeten de hosta’s. Hostabladeren kunnen ze niet weerstaan (zie de foto).


   Nou vind ik dat niet zo erg, ik hou niet zo van hosta’s en laat ze juist voor de slakken staan die er dan kunstwerken van maken. Wel is het vervelend dat als er net jonge kiemplantjes uit de aarde zijn gekomen, deze de volgende ochtend tot de grond toe zijn afgekloofd. Het is voornamelijk de Grote wegslak die hiervoor verantwoordelijk is en iedere nacht feestjes organiseert. Deze soort is er in allerlei kleuren, van oranjerood tot groengrijs en van chocoladebruin tot beige en zwart met allerlei tinten daartussen. Hij is in ieder geval herkenbaar aan de welvende oranjeachtige onderzijde, althans bij de volwassen exemplaren. 











    Het is een naaktslak en deze heeft dus geen huisje. Ooit heeft hij dit wel gehad, maar is dit gaandeweg de evolutie kwijtgeraakt. Bij sommige slakken is nog een kalkknobbeltje of een piepklein slakkenhuisje in zijn lijf aanwezig als een laatste overblijfsel uit deze periode. De Grote wegslak heeft een ovaalvormig zacht schild net achter de kop, met een op zandkorreltjes gelijkende structuur. Aan de rechterkant zit net voor het midden een flink gat, dat is de ademopening en tegelijkertijd ook zijn uitscheidingsorgaan. Beetje vreemd vind ik dat en zo a-symmetrisch.
   Tijdens het kruipen maakt de slak veel slijm aan waarover hij zich golvend voortbeweegt. Als een slak wordt aangeraakt krimpt hij in elkaar en rolt zich op zoals een egel dat pleegt te doen, daarbij scheidt hij extra slijm af. Juist die egel eet graag slakken en kan er voor zorgen dat de tuin mooi slakkenvrij blijft. Mijn egel vond ik helaas vorig jaar terug op een paadje achter het huis, hij was platgereden. Laatst pakte ik een slak tussen m’n vingers. Dat slijm lost niet op in water en ook niet met zeep erbij, het lijkt wel op het sap van schorseneren. Nu begrijp ik ook waarom merels na het eten van een mals slakje steeds opnieuw hun snavel langs een tak blijven strijken, dat slakkenslijm kleeft zo sterk dat ze hun bek bijna niet meer kunnen openen. De Grote wegslak is tweeslachtig, als ze met elkaar paren bevruchten ze dus elkaar. De doorzichtige eitjes worden daarna afgezet in holletjes in de grond.
   Slakken houden ook erg van algen die zich op gladde oppervlakten bevinden zoals glas, kozijnen en natuursteen. De driehoekige patroontjes die dan verschijnen zijn erg mooi om te zien. Elk uitgespaard driehoekje is een hapje algen welke de slak van het oppervlak heeft geschraapt met zijn enigszins verharde mond. Zie voor meer slakkenpatronen weblog nr. 46 van november 2010.










Wat ik bijzonder vindt is de huidstructuur van de slak, omdat deze sprekend lijkt op zand waar water over heeft gestroomd. Dat geldt overigens ook wel voor andere slakkensoorten. Slakken hebben oorspronkelijk in het water geleefd en bestaan grotendeels uit water, wat mijn theorie lijkt te bevestigen dat waar water stroomt, gelijksoortige structuren en patronen ontstaan. In het zand aan zee komt dat duidelijk tot uitdrukking omdat zand een plastisch materiaal is. Maar ook in planten, bomen, dieren en mensen stroomt water en worden deze stroompatronen zichtbaar. Zie de afbeeldingen hieronder en ook op mijn website (zoekfunctie: vergelijkingen) met tientallen duidelijke voorbeelden.

Links: Patroon van stromend water in het zand. Rechts: de huid van de slak.

Links: Waterpatroon onder de bast van een plataan. Rechts: patroon van stromend water op het strand.
Links: uitvergroot detail van een handpalm. Rechts: patroon van stromend water op het strand.
Links: De vacht van een paard. Rechts: stromend beekje.

Klik op de foto's voor een groter beeld.