dinsdag 4 september 2018

503. Het kauwtje en de mens


Zoals ik al eerder schreef, ik ben bevriend met een kauwtje. Dagelijks bezoekt ze mijn tuin. Het mannetje komt af en toe ook mee, maar wekt van tijd tot tijd de indruk dat hij belangrijker zaken heeft te doen, het is geen dagelijkse gast.
Dit jaar heeft het vrouwtje twee jonge kauwtjes voortgebracht en verzorgd, een daarvan heeft een ontzettend leuk karakter. Althans, dat vind ik. Dit kauwtje is zeer onderzoekend en nieuwsgierig, verkent zijn grenzen, is levendig en kijkt open en onverschrokken de wereld in. Hij kan zijn moeder soms tot wanhoop brengen door steeds hard om voedsel te schreeuwen, waarbij hij haar zelfs in de poten pikt als het naar zijn zin allemaal te lang duurt. Inmiddels kan hij goed voor zichzelf zorgen, maar eist van zijn moeder dat zij het voedsel zoekt en vervolgens in zijn geopende snavel propt. Het herhaalde geschreeuw werkt duidelijk op haar zenuwen. Plots kan ze dan uithalen naar zoonlief, wat overigens niks helpt, hij blijft haar schreeuwend achterna drentelen. Moeder kauw ziet er enigszins afgetobd en kalend uit, met haar warrige verenkleed. De meeste vogels zijn in deze periode aan het ruien en op een enkele soort na, zingen ze op dit moment ook niet. Over enige tijd is het jonge kauwtje puber af en trekt de wijde wereld in. Kauwtjes leven samen in een kolonie en zijn erg sociaal. Ze beginnen en eindigen de dag met de hele groep, wat een gekakel vanjewelste is. Samen bespreken ze de dag en zorgen er voor dat alle ongerechtigheden opgelost worden. Een zelfreinigende werking van de groep die me doet denken aan de sociale verbanden en samenkomsten die natuurvolkeren hebben/hadden, zoals bijvoorbeeld de indianen.


De wereld van de kauwen is eigenlijk de grote mensenwereld in het klein en niet altijd in positieve zin. De tuin wordt door mijn kauwtje als haar territorium beschouwt. Er is beschutting, voedsel, drinken en gelegenheid om een bad te nemen. Zij ziet dat als een persoonlijk aan haar toegekend privilege. Hoewel er voldoende voedsel is voor iedereen worden andere kauwtjes op afstand gehouden, desnoods met geweld. Ze heeft haar buikje rond gegeten en verjaagd iedereen die ook wat van het voedsel wil eten. Het is háár eigendom en wee degene die er iets van neemt. De eigen familie duldt ze nog net.
De anderen hebben daar iets op gevonden. Eerst verschijnen er twee of drie afleiders, waar zij direct op af stormt. Vervolgens strijkt er een grote groep van 10 tot 20 kauwtjes neer die in no time alles opeten. Tegen zo’n grote overmacht kan ze niet op. Noodgedwongen, ondanks haar volle buik, pikt ze mee met de rest en deelt hier en daar een flinke hauw uit.


Dit mechanisme doet me aan de mensenwereld denken: het niet willen delen, ook al is er overvloed en is er met goede wil, wijsheid en inzicht genoeg voor iedereen. We gunnen de andere hongerigen en behoeftigen niks. We menen dat dit ons eigendom is en verjagen ze. Degenen die op zoek zijn naar een veilig en beter bestaan voor zichzelf en hun familie, wacht wantrouwen, vernedering, vijandschap en vaak zelfs de dood. Duizenden mannen, vrouwen en kinderen zijn de laatste jaren verdronken, duizenden leven in de illegaliteit en worden op allerlei wijze misbruikt. De mens meent dat hij boven het dier staat, maar blijkt nog te vaak een barbaar met een doorgedraaid intellect.
Het plekje van hebzucht en eigenbelang in onszelf zien te vinden en er goed mee om leren gaan, lijkt me een van de wegen die leiden naar meer menselijkheid en een betere wereld voor al wat leeft. 

 





Geen opmerkingen: