Achter in mijn tuin hangt een nestkast voor een pimpelmees.
Ik had er dit jaar niet meer in gekeken, maar omdat ik rond die plek de laatste
tijd geen vliegbewegingen meer had waargenomen, ging ik eens kijken. Voorzichtig
haalde ik het kastje van de boom en hing het direct zo snel als ik kon weer terug,
want wat bleek: ik werd besprongen door tientallen uitgehongerde vlooien. Ik klopte ze zoveel mogelijk van me af, maar desondanks zaten ze
binnen luttele seconden onder de boorden van mijn mouwen en hals. Zelfs in en op mijn sokken en schoenen zaten vlooien.
Ik had het kunnen weten, want had het al eens eerder
meegemaakt bij een verlaten winterkoninkjesnest. De muur en het nestkastje zaten
toen vol met zwarte stipjes, wat vlooien bleken te zijn. Enige jaren daarvoor
had een boommarter me al eens uit mijn tuinhut verdreven. Ze had haar nest
gebouwd op het houten plafond onder de dakpannen. De kleine boommartertjes
piesten alles onder. Vanwege de ondraaglijke stank was ik genoodzaakt om tijdelijk te
verkassen. Toen de familie na enkele maanden eindelijk vertrok, brak ik daarna nietsvermoedend het plafond open om enkele planken te vernieuwen, waarna
honderden vlooien zich uitgehongerd op mij, hun nieuwe gastheer, stortten. Voor veel mensen is
het een onbekend fenomeen, vlooien bij vogels. Van katten
en honden is het bekend, maar daar houdt het dan mee op. Ondertussen weet ik
wel beter. Ook had ik al eens gemerkt dat egels vlooien kunnen verliezen tijdens hun
nachtelijke tochtjes. Zeker als er een sterft, dan sterft het meteen ook van de
vlooien, die naarstig op zoek gaan naar nieuwe warmte en levend bloed.
Vogelvlooien leven in vogelnesten, zijn 2 tot 5 mm. groot en
kunnen ver springen. Ze blijven niet zoals sommige luizen permanent op de vogel
zitten, maar komen alleen naar de gastheer om bloed te zuigen. Als de jonge
vogels het nest hebben verlaten, blijven er vlooien in het nest achter. Ik stel
me voor dat een aantal volgezogen vlooien rustig met hun ogen dicht, liggen uit
te buiken in een stil hoekje van het nest. De jonge vogels zijn intussen uitgevlogen.
Op een gegeven moment worden de vlooien wakker van de honger, missen hun
levende provisiekast en gaan vervolgens naarstig op zoek naar bloed. Zo kan het dus
gebeuren dat argeloze voorbijgangers besprongen worden en de vlooien ongemerkt mee naar binnen
nemen. Lang houden ze het overigens niet uit bij de mens, vlooien hebben de beschutting
van een vacht of verenkleed nodig, maar wel lang genoeg om het een mens lastig
te maken.
Merelnest
Kauw die parasieten wegpikt bij een schaap
Geen opmerkingen:
Een reactie posten