In Chinatown Bangkok heb je een wijk waar alleen maar
bedrijfjes zijn gevestigd die handelen in gebruikte auto-onderdelen. Het ruikt
er naar smidsvuur, laswerk, olie en ijzer en de straten liggen er bezaaid met
stukjes metaal. Tussen grote stapels tandwielen, assen en kogellagers borstelen
jongens de roest van het staal of halen automotoren uit elkaar. Het is
veelal handwerk dat slecht wordt betaald en ook nog eens ongezond en gevaarlijk
is. De bodem in dit deel van de Chinezenwijk is doordrenkt met
weggelopen resten motorolie en kwalijke pcb’s.
Ik vroeg me af hoe
doelmatig nou zo’n berg met auto-onderdelen is. Het binnenste van de stapel is niet meer zichtbaar, dat lijkt me toch verloren ruimte. En hoe moet dat nu
als je ergens onder in die berg een tandwiel denkt te kunnen
gebruiken? Hoe krijg je zoiets er tussenuit zonder dat er een lawine aan ijzer
en roest naar beneden komt?
Chinatown in Bangkok is sowieso een wonderlijke wereld. Zoals men hier tussen de rommel leeft, zo ongeveer moet het er 150 jaar geleden bij ons ook uitgezien hebben: primitief, armoedig en bovenal smerig. Maar nog steeds erg interessant en kleurrijk, zoals overal in deze oude Chinezenwijk.
Chinatown in Bangkok is sowieso een wonderlijke wereld. Zoals men hier tussen de rommel leeft, zo ongeveer moet het er 150 jaar geleden bij ons ook uitgezien hebben: primitief, armoedig en bovenal smerig. Maar nog steeds erg interessant en kleurrijk, zoals overal in deze oude Chinezenwijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten