Twee inbrekers
Oude leegstaande gebouwen, ze wenken mij. Ik kan er geen weerstand aan bieden. Zo kwam ik langs een oud verlaten herenhuis anno 1900. Aan de achterzijde stond een raam open, blijkbaar was iemand
me voor geweest. Binnen donker, mysterieus, een brede eikenhouten trap. Helemaal bovenin leidde een vlizotrap me naar de zolder. Daar lagen oude boeken opgestapeld.
Te laat hoorde ik het kraken van de trap. Tree voor tree kwam er iemand naar boven. Mijn hart bonsde in mijn keel: “Nu ben ik erbij”. Een hoofd kwam boven de zoldervloer uit. Heel even keken we elkaar in de ogen. Dan, met een noodgang, rende hij als een gek naar beneden, gleed nog uit over de vochtige tegelvloer en was verdwenen.