De monsters van Ulisse Aldrovandi (1522-1606) doen denken aan de
duiveltjes en fabeldieren van de St. Jan, de kathedraal in Den Bosch en aan de geschilderde
mens- en dierfiguren van Jeroen Bosch. In de 16e eeuw hadden
allerlei natuurfenomenen een diepere symbolische betekenis. De natuur kon op
verschillende niveaus als een boek gelezen worden. Elk dier, plant of gesteente
bestond uit een veelheid van verbanden, associaties en betekenissen, een
mysterieuze wereld die bevolkt was met zowel lieflijke als monsterlijke wezens, waar
ook de mens deel van uitmaakte. Aldrovandi was de eerste professor in de
natuurwetenschappen aan de universiteit van Bologna en drijvende kracht achter
een van de vroegste botanische tuinen van Europa. In zijn rariteitenkabinet
bevonden zich duizenden natuurobjecten die hij verzameld had tijdens
expedities.
Ulisse Aldrovandi wilde van elk dier, plant of mineraal, een
exemplaar hebben. Net als de Griekse natuuronderzoeker Plinius, had hij zo’n 20.000
voorwerpen verzameld en beschreven. De afbeeldingen hieronder komen uit zijn
boek: Monstrorum historia cum Paralipomenis historiae omnium animalium.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten