Chelidonium komt van het Latijnse ‘coeli’ (hemel), ‘donum’
(gave) en ‘majus’ (groot). De alchemisten noemden het Stinkend goudkruid. In de
homeopathie wordt het gebruikt tegen geelzucht, galblaasziekten
en bepaalde oogziekten. Uitwendig helpt het
gele melksap tegen wratten. Als je een blaadje of steeltje plukt, stroomt het
kleverige sap naar buiten. Het kleurt in contact met zuurstof meteen
oranjerood, je vingers zien er daarna uit alsof je een verstokte kettingroker
bent. Chelidonium behoort tot dezelfde familie als de Klaproos en de Slaapbol.
De werkzame stoffen in deze planten hebben ook veel gelijkenis met elkaar en
behoren tot de morfine-, codeïne- en protopinegroep. Het is een giftige plant.
Zou je er van eten dan krijg je ontstekingsverschijnselen in mond en keel,
misselijkheid, maagpijn, diarree, er treedt spierstijfheid op en verlamming van
de ademhalingsspieren, daarna val je dood neer. Dus maar beter geen hapje van
dit kruid nemen.
Zaadpeultjes van Stinkende gouwe
Opengesprongen peultjes na 1 dag
Na 2 dagen
Na 3 dagen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten