donderdag 15 maart 2012

305. Woorden van Hippocrates (2)

'Een kunst die geheel tot techniek wordt, is ten ondergang gedoemd'.

"Niets gaat geheel verloren, niets wordt geschapen. Voor alle levende wezens geldt, dat ze niet anders doen dan groeien, zich vermeerderen en dan komt de teruggang, dit alles zover als binnen hun natuurlijk bereik ligt. Zo zijn geboren worden en sterven hetzelfde, zijn geboorte en dood twee aspecten van één zelfde fenomeen: het leven. Geboren worden is menging, compositie. Sterven is ontmenging, décompositie. Ieder ding staat in relatie tot het Al; het Al is te vinden in ieder ding, alles wat de aarde voortbrengt is conform die aarde!"

"Ziekte komt altijd neer op geweld aangedaan aan de mens, voortvloeiend uit gebrek aan eerbied voor natuurlijke wetten en natuurlijke behoeften van de mens, zowel de individuele mens betreffende als ook in groter verband. Symptomen zijn kreten van de natuur. Zij dienen om ons de toestand van ons lichaam te openbaren. Daarom moeten we hun taal leren verstaan. Wanneer de natuur sterk genoeg is zal ze de strijd winnen. Als ze onvoldoende krachtig is vraagt ze om onze ondersteuning. Zelfs excessen in de lichamelijke inspanning in die strijd vragen om matiging. De natuur geneest! Ze doet dat op drie manieren; op een passieve of statische manier door rust, onthouding, slaap; actief door oefening, beweging, voedsel. Tenslotte door zich te verzetten, door reacties tegen uitwendige invloeden die van haar eigen innerlijke wijsheid getuigen. Ziekte, zo gezien, is een vitaal gebeuren. Men moet dat niet verwarren met hetgeen men waarneemt als organische veranderingen die er slechts het gevolg of het resultaat van zijn. De arts is, ten overstaan van dit alles de tolk, daarnaast de dienaar van de natuur."
 

“Om een goed arts te worden dient men over zes eigenschappen te beschikken: de natuurlijke aanleg, een goede opvoeding, goede omgangsvormen, studeren vanaf de jeugd, liefde tot de arbeid en de bereidheid tijd te geven aan de mensen.”

Geen opmerkingen: