Een dringend advies voor mensen die niet van massarecreatie houden: ga niet naar de Loonse en Drunense duinen. Ik ben er de laatste tijd verschillende keren geweest en heb het echt gehad. Oké, ik had natuurlijk niet zo stom moeten zijn om daar een zondag voor uit te kiezen. Ik ging er van uit dat de ‘natuurliefhebbers’, recreanten, bikers en hondenuitlaters nog in bed lagen en de ouders met hun slecht opgevoede kinderen nog aan de müsli met melkchocoladebrokjes zaten. Maar nee, ze waren er allemaal en het werden er meer en meer. Het terras van Bosch en Duin zat om tien uur al helemaal vol. Honden, óveral loslopende honden met drukke baasjes die zich schor commandeerden. Fietsers, auto’s, brommers en motoren zochten naar een plekje voor hun vervoermiddel. Vanaf de parkeerterreinen liepen ze massaal via een afgetrapt bospad naar het open zanderige terrein. Een vennetje was de eerste attractie die de meute tegenkwam. Daar lieten ze hun beesten los die als dolle stieren het vennetje in renden om de weggeworpen stok van hun baas te halen.
Het vennetje wat daar ligt ken ik van vroeger, ik heb er goeie herinneringen aan. Toentertijd was het langzaam naar een bepaalde harmonie gegroeid. In het vroege voorjaar zat het vol met kikkerdril, dan gleden de eerste schaatsenrijders vrolijk over het wateroppervlak. In het gebied hing een serene sfeer en het was aan de zweefvliegen, bijen en jubelende leeuweriken om uiting te geven aan de stilte die er heerste. Een vennetje zoals Frederik van Eeden het ooit beschreef in De Kleine Johannes:
“……..Heel achter was een plekje, dat hij het paradijs noemde en daar was het natuurlijk erg heerlijk. Daar was een groot water, een vijver, waar witte waterleliën dreven en het riet lange fluisterende gesprekken hield met de wind. Aan de overzijde lagen de duinen. Het paradijs zelf was een klein grasveldje aan deze oever, waartussen het nachtegaalskruid hoog opschoot. Daar lag Johannes dikwijls in het dichte gras en tuurde tussen de schuifelende rietbladen door naar de duintoppen over het water. Op zomeravonden was hij daar altijd en lag uren te staren, zonder zich ooit te vervelen. Hij dacht aan de diepte van het stille, heldere water voor zich, hoe gezellig het daar moest zijn, tussen die waterplanten, in dat vreemde schemerlicht, en dan weer aan de verre, prachtig gekleurde wolken die boven de duinen zweefden, wat daar wel achter zou zijn en of het heerlijk zou zijn daarheen te kunnen vliegen….”
Het vennetje in de Loonse en Drunense Duinen werd deze zondag door tientallen honden omgeploegd en verstoord, een dagelijks terugkerend geweld. De oeverplantjes worden vertrapt, het waterleven in de kiem gesmoord. Van de sfeer zoals hierboven beschreven, is al jaren niets meer te bekennen. Men heeft er wandel- fiets- en ruiterpaden aangelegd, daarnaast mogen het publiek en de ruiters overal lopen, waardoor er honderden paadjes zijn ontstaan. Dit beschermde natuurgebied wordt niet voldoende beschermd. De oppervlakte aan duinen en stuifzand wordt ook steeds kleiner. Het is een kwestie van tijd voordat het stuifzand geen ruimte meer heeft om te stuiven en dan is dit unieke gebied er geweest.
Wie nog iets van de schoonheid wil proeven, kan het beste op een koude stormachtige dag naar de Loonse en Drunense duinen gaan. Dan is er geen mens te zien, zijn de voetstappen verwaaid en de terrassen gesloten. Met wat goede wil kan men nog genieten van de stilte en een wijds uitzicht. Meer kan ik er niet van maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten