vrijdag 2 maart 2018

456. De koperwiek (Turdus iliacus)

Er zat gisteren een koperwiek in de tuin. Ik kende koperwieken alleen nog maar overtrekkend of met tientallen bij elkaar in een boom, even een tussenstop makend op de terugreis naar het noorden. Maar nu dus een persoonlijk bezoek van deze lijsterachtige met zijn oranje-, of zo je wilt koperkleurige flanken. Het stormde gisteren flink en het was ontzettend koud. Zijn veren waaiden uit elkaar. Het is bijna onbegrijpelijk dat zo’n vogel met deze kou zo enthousiast in de aarde kan spitten, alsof de ijzige wind hem niet deert. Tsja, hij moet eten natuurlijk. Heel uitgekiend onder de haag, waar de bodem meestal vrij droog is en daardoor ook niet hard bevroren. Zo’n vogel weet precies waar nog enige kans is op voedsel, ook al bevindt hij zich in zeer benarde en beperkende omstandigheden. Koperwieken zijn echte wintergasten. Ze leven in noordelijke streken waar ze ook broeden, zoals IJsland en Scandinavië en meer oostelijk, Europa en Siberië. Ik was in ieder geval blij om hem of haar in levende lijve te ontmoeten in de achtertuin.




Geen opmerkingen: