Er
zat gisteren een koperwiek in de tuin. Ik kende koperwieken alleen
nog maar overtrekkend of met tientallen bij elkaar in een boom, even
een tussenstop makend op de terugreis naar het noorden. Maar nu dus
een persoonlijk bezoek van deze lijsterachtige met zijn
oranje-, of zo je wilt koperkleurige flanken. Het stormde gisteren
flink en het was ontzettend koud. Zijn veren waaiden uit elkaar. Het
is bijna onbegrijpelijk dat zo’n vogel met deze kou zo enthousiast
in de aarde kan spitten, alsof de ijzige wind hem niet deert. Tsja, hij moet eten natuurlijk. Heel
uitgekiend onder de haag, waar de bodem meestal vrij droog is en
daardoor ook niet hard bevroren. Zo’n vogel weet precies waar nog
enige kans is op voedsel, ook al bevindt hij zich in zeer benarde en
beperkende omstandigheden. Koperwieken zijn echte wintergasten. Ze
leven in noordelijke streken waar ze ook broeden, zoals IJsland en
Scandinavië en meer oostelijk, Europa en Siberië. Ik was in ieder
geval blij om hem of haar in levende lijve te ontmoeten in de
achtertuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten