Deze
boom wordt vaak acacia genoemd, maar het is een Robinia
pseudo-acacia. Een bijzondere boom in velerlei opzichten. Het is een
vlinderbloemige en zoals veel vlinderbloemigen brengen de
wortelknolletjes stikstof in de grond. De takken van de Robinia hebben
scherpe stekels, het kernhout is groen- tot bruinachtig geel en is
keihard. Om die reden heb ik er in het verleden wel houten hamers van
gemaakt. Hij groeit erg snel en het hout rot niet. Typisch en erg tot
de verbeelding sprekend zijn de diepe groeven in de schors en vooral
de bolvormige gezwellen die veel van deze bomen bezitten. Volgens mij
zijn ze goedaardig en horen ze bij het karakter van de boom. De geur
van de witte bloemtrossen is bedwelmend zoet, ze trekken veel
insecten aan. Bijzonder is ook dat acaciahoning (verkeerde naam, maar je
kunt het moeilijk robinia pseudo-acaciahoning gaan noemen), niet
kristalliseert. Voor zover ik weet is het de enige honing die
vloeibaar blijft. De zaden blijven erg lang kiemkrachtig, tot wel 50
jaar. De bast, de zaden en het zaagmeel van deze boom zijn giftig en
het zou me niet verwonderen als de heerlijk geurende bloemen ook min
of meer giftig zijn. De zaden, bloemen en het blad doen me denken aan
de zeer giftige Gouden regen, ook een vlinderbloemige.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten