maandag 9 augustus 2010

17. Het huisje van Ad Fontis (deel 1)

Ad Fontis is een kunstenaar en natuurvorser die ik van vroeger ken en waarmee ik al lange tijd goed bevriend ben. Omdat ik er even tussenuit ben, heb ik Ad gevraagd om als gastschrijver enkele blogs te vullen over zijn leven in het bos. Ad woonde een jaar of zeven in de natuur. Hij had me wel eens wat laten lezen over zijn ervaringen en het lijkt me wel aardig om u kennis te laten maken met zijn ideeën en schrijfsels. Zijn verhaal wordt weergegeven in 3 delen.

Piet Schellekens


Ik bewoon ’n eenvoudig houten huisje in het bos. Het is een mooi plekje in de natuur waar ik jaren geleden al van droomde, waar ik langzaam naar toe leefde en wat uiteindelijk ook werkelijkheid is geworden. Het woongedeelte van het huisje is alles bij elkaar ongeveer 3 bij 4 meter. We zijn al gauw geneigd om zoiets klein en onleefbaar te noemen, maar de meeste mensen op onze aardbol moeten met veel en veel minder genoegen nemen. Mijn woonkamer is tevens slaapkamer, keuken, wasgelegenheid en werkplek. Voldoende ruimte om prettig te kunnen leven en werken.

Voor het raam staat mijn bureau. Van hieruit kijk ik in het bos naar de vogels, de konijnen en eekhoorns. Ik kan de bomen zien, het vallen van de bladeren en genieten van de momenten van de dag en de seizoenen, van de steeds wisselende kleuren en vormen, de prachtige luchten en nog veel meer. Links aan de bosrand komt in de ochtend de zon op en 's avonds gaat hij rechts weer onder bij een oud gehuchtje wat ik in de verte kan zien liggen. Als ik mijn blik tot achter de bomen verplaats, kijk ik uit over velden en akkers waar zwermen kraaien en houtduiven naar graantjes zoeken en bij onraad zomaar ineens kunnen opvliegen. Ik ben bevriend met de eekhoorns, het roodborstje en de muizen.








Ook zie ik van tijd tot tijd de boer aankomen met zijn tractor en spuitmachine. Dan vertrek ik meteen en ga een nacht ergens anders slapen, want ik hou niet van gifwolken. Er is niemand die mij kan wijsmaken dat dat goed is voor de planten, de aarde en de mensen die daarvan leven. Ik heb het nooit begrepen, de combinatie van vergif en voedsel. Denken de mensen daar nog wel eens serieus over na, over wat dat betekent? Of laten ze zich voordenken en -programmeren door degenen 'die het weten'. Waar is het ooit zo geroemde gezonde boerenverstand gebleven? 'Ach, waor maokte oe èige toch druk over? Dè spuult er wel wir aaf', zegt de boer. Maar ziekmakende of dodelijke chemische stoffen horen niet op en in levens(!)middelen, niet in de aarde, niet in de lucht en ook niet in de zee. Trouwens, wel eens van hechtmiddelen gehoord? Het is juist niét de bedoeling dat het er af spoelt. Ze zoeken het maar uit, ik vertik het in ieder geval om me langzaam maar zeker te laten vergiftigen. Waar was ik gebleven, oh ja, dat ik zo’n mooi uitzicht heb.
  
Aan het bureau voor het raam lees en schrijf ik voornamelijk. Ook maak ik hier de kleine werkjes, snij, knip, teken en plak ik. Voor het grotere werk ga ik naar mijn werkplaatsje en nóg vaker naar buiten, waar werkbanken, zaagbokken, hout, oud roest en alles wat de tijd heeft aangeraakt geduldig op me staan te wachten. Het bureau is ook mijn eettafel, even wat opzijschuiven en er is ruimte voor een bord en een kopje. De maaltijd is een steeds terugkerend feest. Ik ben me ervan bewust hoe bijzonder het is dat ik elke dag te eten heb, ben het leven er zeer dankbaar voor en kan er echt van genieten. Daar neem ik dan ook uitgebreid de tijd voor. Tegelijkertijd kijk ik door het raam naar buiten waar de vogels en eekhoorntjes in de weer zijn met de broodkruimels en pinda’s die ik daar heb neergelegd. Soms lees ik wat tussendoor, alles ontspannen en in rust. Ik eet veel fruit, dat is lekker en het is ook mooi om te zien als het op de schaal ligt te wachten en te rijpen. Verder eet ik, brood, groenten, e.d., maar alles zoveel mogelijk van zuivere kwaliteit.

Van jongs af aan eet ik geen dieren, een vanzelfsprekendheid voor mij omdat vlees eten niet nodig is om gezond te zijn en te blijven. Waarom zou ik het leven wat zó dicht bij het mijne staat, doden en opeten, terwijl ik van lagere levensvormen zoals vruchten, planten, e.d., minstens zo krachtig en gezond blijf. Er is nog veel meer over te zeggen natuurlijk, maar dat is niet voor nu. 
Een televisie en geluidsinstallatie heb ik niet. Een enkele keer, meestal in de avond of nacht, luister ik naar de radio. Maar liefst wil ik zoveel mogelijk de geluiden van de natuur kunnen horen, de wind, het ruisen van de bladeren, de druppels op het dak als het regent, het geritsel van de muizen op zolder, de roep van de uil, de zang van de vogels en de klanken die de dieren uitwisselen met elkaar. Al dat geluid, wat tevens stilte, rust en muziek betekent, zou ik dan erg missen. Het raam beschouw ik als mijn tv. Nooit verschijnt er een saai programma op.

(Wordt vervolgd)                                Ad Fontis

Zie ook 'Het huisje van Ad Fontis' deel 2:  http://pietschellekens.blogspot.com/2010/08/het-huisje-van-ad-fontis-deel-2.html

Geen opmerkingen: