Goed dat er politie is. We zijn er aan gewend, maar als er geen politie was zou de hel losbreken. Probeer je het eens voor te stellen, geen politie. Nog wat onwennig, komt uit alle hoeken en gaten het tuig tevoorschijn. In no time wordt er volop geroofd, vernield, gestolen, gemoord en verkracht. Gewapende bendes doorkruisen de stad, niks en niemand is meer veilig, ook in je eigen huis niet. Als ze denken dat er iets te halen valt en je doet niet open, trappen ze de deur in en stormen naar binnen. Niemand die ze tegenhoudt. Denk niet: het zijn er maar enkele, dat lijkt maar zo vanuit onze comfortabele leunstoel.
Weleens verzeild geraakt in een groep losgeslagen voetbalsupporters?
Het overkwam mij een aantal jaren geleden. Ik zat rustig in de trein een krant te lezen toen er een brallende bende Ajax-hooligans binnenstormde. De hele coupé stroomde vol en ik kon er met geen mogelijkheid meer uit. Tja, daar zit je dan met je krantje, waarvan je meteen aanvoelt dat enkel dat simpele feit al foute boel is. Vervolgens de onontkoombare confrontatie met lompe en gestoorde lui. De meesten van hen waren onder invloed en aan ieder was een steekje los.
"Hee Jezus (ik had een baardje), wat ben je aan het lezen?!!"
"Haaa-ha-ha-ha", lachte de meute, wat hadden ze plezier. Nu gaat het beginnen, dacht ik. Alle aandacht was op mij gericht en ieder van hen wilde de show stelen.
"Tongetje verloren Jezus?" Toen ik niks zei werd de krant uit mijn handen gerukt en opgerold. Bam, bam, bam, kreeg ik er klappen mee op mijn hoofd. Dat vonden ze leuk, dat was lachen. Ik dacht bij mezelf: als het hierbij blijft vind ik het best. Ze probeerden me op allerlei manieren uit de tent te lokken. Opstaan was geen optie, ze zouden me meteen laten struikelen en dan lag ik daar tussen het rapalje.
"Jée-zus"! scandeerden ze. "Boem-boem-boem", beukten tientallen vuisten op de wanden , "Jée-zus, boem boem boem!", steeds sneller tot een donderende climax van lawaai. Het gaf ze een kick, een gevoel van macht, iets van 'samen zijn we sterk'. Ze hebben nog ritmegevoel ook, ging het door me heen.
Een dronken gek toeterde door de opgerolde krant in mijn oor: Aáájáx !
Ai, dat was pijnlijk. Als ik boos zou worden zouden ze me te grazen nemen, daar was ik me zeer bewust van. Dus reageerde ik zo min mogelijk en zweeg, liet alles komen zoals het kwam. Maar helemaal niet reageren is ook niet goed. Je moet ze ook de mogelijkheid bieden om zich als held te profileren. Een buitenkansje voor de lager geplaatsten in de groep. Reageer je op zo'n moment totaal niet, dan heeft de actie blijkbaar geen effect en dreigt de hooligan in kwestie daarmee af te gaan voor zijn makkers. Dan móet hij dus wel verder gaan, zich nog nadrukkelijker en met meer geweld manifesteren.
Ai, dat was pijnlijk. Als ik boos zou worden zouden ze me te grazen nemen, daar was ik me zeer bewust van. Dus reageerde ik zo min mogelijk en zweeg, liet alles komen zoals het kwam. Maar helemaal niet reageren is ook niet goed. Je moet ze ook de mogelijkheid bieden om zich als held te profileren. Een buitenkansje voor de lager geplaatsten in de groep. Reageer je op zo'n moment totaal niet, dan heeft de actie blijkbaar geen effect en dreigt de hooligan in kwestie daarmee af te gaan voor zijn makkers. Dan móet hij dus wel verder gaan, zich nog nadrukkelijker en met meer geweld manifesteren.
Mijn reactie was om af en toe te glimlachen als ze inventief waren of echt iets komisch hadden verzonnen. Op zo'n moment brulden ze het uit (hij lacht!), dat was mijn beloning aan hen, waarmee ik langzamerhand sympathie afdwong bij de leiders en enkele gasten die nog wat gevoel in hun lijf hadden, zij ervoeren dat als sportief. Ze hielden zich in de loop van de gebeurtenissen wat afzijdig en lieten het voetvolk spelen met hun prooi. Als groep beseften ze heus wel hun overmacht, maar omdat ik redelijk rustig bleef onder deze moeilijke omstandigheden bouwde ik langzaam respect op. Heel subtiel haalde ik er zo de angel uit en verdween het directe gevaar.
In zo'n groep bestaat een onuitgesproken hierarchie. Er zijn de echte harde jongens, de leiders die hun sporen al hebben verdiend door geweld en veroordelingen en daardoor respect afdwingen bij de rest. Dan heb je een grote middengroep van meelopers en helemaal onderaan de aspiranten met duidelijk herkenbare gestoorden en lafaards die zich onderscheiden door overdreven stoer en sterk gedrag. Allemaal hebben ze hun gevaarlijke kanten, zeker in combinatie met drank en drugs. Na een minuut of twintig verlieten ze de trein, sommigen zeiden me zelfs gedag waarop ik voor het eerst mijn mond opendeed. Pfff !
Wat ik al zei in het begin: goed dat er politie is. Maar even los van het bovenstaande: Ik heb eerlijk gezegd ook een gruwelijke hekel aan de politie. Ze mogen niet zelfstandig denken, moeten bevelen stipt opvolgen, mogen situaties niet toetsen aan hun geweten en op basis daarvan zelfstandig besluiten nemen. Daardoor maken ze zichzelf tot een robot van het systeem. Een robot met macht ook nog. In zo'n situatie kan een mens ontaarden en dierlijke trekjes krijgen wat kan leiden tot een gelegitimeerde vorm van hooliganisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten