woensdag 20 juli 2011

173. Spuugbeestjes


 Het spuugbeestje of de schuimcicade (Philaenus spumarius) kennen we vooral van het schuim dat we soms aan planten zien kleven. Het beestje zelf onttrekt zich aan het oog en zit verborgen in het schuim. Daar zuigt hij net als een bladluis aan plantenstengels en vormt door vermenging van plantensappen, eiwitten en lucht, een schuilplaats van luchtbelletjes om zich heen. De planten zelf ondervinden hiervan nauwelijks schade. Zoals alle insecten hebben ze een voorkeur voor bepaalde planten. Wilgen kunnen helemaal vol zitten en niet te vergeten koekoeksbloemen. 

 

Het spuug heette in de volksmond ook wel koekoeksspog omdat men in vroeger tijden dacht dat de koekoek op de bloemen had gespuugd. Nu is de koekoek natuurlijk ook wel een rare gast. Net als de schuimcicade krijg je hem zelden te zien. Van oudsher trok hij mee met nomadische volkeren en deze wachtten echt niet met verder trekken tot de koekoek eens een keer zijn eieren had uitgebroed. Daarom legde het vrouwtje van de koekoek haar eieren in het nest van andere vogels en vloog meteen weer door met de groep. De koekoek is de vreemdeling onder de vogels. En zoals u weet hebben wij mensen de ingewortelde gewoonte om alles wat een beetje raar of onbekend is uit te stoten. Een vreemdeling in onze gemeenschap wordt nog steeds vaak gezien als een potentieel gevaar, in ieder geval iemand die andere geheimzinnige invloeden meebrengt; mensen uit een ander land, met voor ons vreemde gewoonten, die hun eieren nota bene ook nog eens in óns nest komen leggen. Daarmee wordt bij sommigen een oude diepe angst gevoed. En zo ben ik weer terug bij het spuug van de schuimcicade, waarvan de primitieve mens veronderstelde dat de koekoek het er op had gespuugd.
   De schuimcicade kent geen larvestadium. Hij kruipt als nimf uit het eitje en maakt in 30 tot 100 dagen vijf vervellingen door in het schuim tot aan zijn volwassenheid. Dan ziet hij eruit als een klein bruin insect dat razendsnel ver weg kan springen bij aanraking van een blad, dat gaat zó snel dat je het niet kunt bijhouden. Ze bezitten een springkracht die drie keer zo groot is als een vlo. Je ziet de spuugbeestjes vooral in het voorjaar, verder in iedere tuin en overal ter wereld.




Geen opmerkingen: