donderdag 16 februari 2012

284. Het paleis van de prieelvogel


   Vogels kennen een sterk baltsgedrag, gedrag dat bedoeld is om een of meerdere partners aan te trekken en over te halen tot paring. Denk bijvoorbeeld aan de verenpracht van een mannetjespauw, hoe hij paradeert en de geluiden waarmee dat gepaard gaat. Zo heeft iedere vogelsoort eigen rituelen om een partner te lokken.
   Prieelvogels onderscheiden zich door soms indrukwekkende bouwwerken (priëlen) te maken. Er bestaan zo’n 20-tal soorten prieelvogels in Australië en Nieuw-Guinea. Naargelang een mannetje minder felgekleurde veren bezit zal hij dit proberen te compenseren door zijn bouwwerk te vergroten en mooier te versieren. Vooral de Vogelkop Bowerbird (Amblyornis inornatus) is daar een meester in. Zijn bower (prieel) wordt zorgvuldig op architectonische wijze opgebouwd uit enkele stevige pilaren waarop een breed geweven dak rust. Vervolgens stoffeert hij de baltsplek met mos waarop verzamelingen van kleurige objecten komen te liggen: tientallen dekschilden van kevers, felgekleurde bessen, bloemblaadjes of steentjes die hij soms zelfs verft met bessensap, verder nog schimmels en uitwerpselen. Dit alles in de hoop dat een wijfje daar op afkomt en zijn prieel betreedt. De paring vindt gedurende enkele seconden plaats waarna het vrouwtje elders een nest bouwt en voor de jongen zorgt.


Geen opmerkingen: