De bijenteelt kent een lange geschiedenis. Al in het oude Egypte werden er bijen gehouden. Ook de Romeinen hielden bijen naast de wilde populaties die er waren. Vanaf de Middeleeuwen werd de imkerij langzaamaan belangrijker dan de wilde bijen en nam een vlucht. Naast een aantal traditionele imkers en hobbyisten bestaan er tegenwoordig grote bedrijven met soms wel 1000 bijenkasten die volken verhuren aan groentekwekers, fruittelers en zaadteeltbedrijven, de productie van honing is hier bijzaak geworden. Deze bedrijven verhuren hun bijenkasten wel tien keer per jaar, wat soms doorgaat tot in de winter voor de kasgroenteteelt.
De laatste jaren is er sprake van een alarmerende bijensterfte. In Nederland overleeft bijna een kwart van de bijenvolken de winter niet, hoewel dit van streek tot streek kan verschillen. Wilde bijen komen volgens sommige deskundigen zelfs helemaal niet meer voor in West-Europa en Noord-Amerika, in ieder geval staan ze op de rode lijst van bedreigde soorten. Net als in de intensieve veehouderij volgt in de bijenhouderij de ene ziekte op de andere. Momenteel zijn wereldwijd bijna alle bijenvolkeren besmet door de varroamijt die o.a. parasiteert op het werksterbroed van de honingbij. Ook brengt de varroamijt allerlei virus- en bacterieziektes over. Deze parasiet is inmiddels resistent geworden voor bepaalde middelen en moeilijk te bestrijden. De varroamijt verspreidde zich ongeveer gelijktijdig met de schaalvergroting en intensivering van de landbouw begin jaren 80 van de vorige eeuw.
Bijen nestelen van nature in boomholtes. Om gemakkelijker bij de honing en de was te kunnen komen, is men in de loop der tijd rieten korven gaan maken. Later kwamen de houten bijenkasten in zwang, waarin ramen konden worden geplaatst inclusief geprepareerde wasplaten met honingraatpatroon. De honing die in het warme jaargetijde door de bijen wordt geproduceerd is bedoeld om het volk de winter door te laten komen. De imker haalt de met honing gevulde raten uit de kast en slingert deze er met een speciale centrifuge uit. De honing als oorspronkelijke wintervoorraad wordt vervangen door suikerwater. Als het kouder wordt kruipen de bijen dichter bij elkaar, waarbij de koningin in het centrum blijft. De benodigde voedingstoffen om warm en gezond te blijven, moeten de bijen uit dit suikerwater halen.
Dit is eigenlijk al meteen het begin van de ellende en mijns inziens één belangrijke oorzaak van de bijensterfte. Bijen zijn intelligente wezens en deel van een nog intelligenter en zeer ingenieus ecosysteem dat voortdurend het grote geheel in evenwicht houdt. Een evenwicht waarvan ook wij afhankelijk zijn. Wij mensen gebruiken onze hersenen niet om van de bijen te leren, van hun mooie systemen om de gemeenschap en de natuur te dienen. We zetten ze in kasten, plaatsen die op de plek waar wij ze willen hebben en richten verder alles zodanig in dat wij er optimaal van profiteren en het uiterste eruit kunnen persen. De imker haalt de kostbare wintervoorraad van de bijen weg en geeft er het destructieve suikerwater voor terug. Het bijenvolk als intelligent organisme, wordt daarmee gedegradeerd tot minder dan een machine. Een benzineauto zal men ook niet ongestraft voltanken met diesel. Zoiets snappen we dan weer wel.
Qua gezondheid gaat het met de bijen zoals het met de mensen gaat. Een gezond organisme heeft vanzelf een sterke weerstand tegen ziektes. Maar suiker zorgt juist voor een verzwakking van de weerstand en een slechte conditie. Voor het lichaam is het een sluipend gif. Ieder mens die zijn lijf goed kent weet dat uit eigen ervaring. Het voert te ver om hier nu diep op in te gaan, maar ik zal er in de nabije toekomst nog uitvoerig op terugkomen. In ieder geval kun je honing die rijk is aan allerlei sporenelementen en levensstoffen, niet vergelijken en vervangen door de steriele levenloze kristalsuiker uit de fabriek. Ogenschijnlijk kan dat eventjes goed gaan, maar langzaam maar zeker degenereert een volk, of dat nou een bij is of een mens. Als men zich vervolgens met man en macht op de ziektes stort die daarvan het gevolg zijn, zoals: vuilbroed, de wasmot, CCD( Colony Collapse Disorder) de varroamijt e.a., is daarmee de oorzaak niet aangepakt. Dan gaat het zoals in de intensieve landbouw en veeteelt, je kunt ruimen, spuiten en inenten wat je wilt, maar de volgende plaag staat al weer klaar om uit te breken. Met de natuur valt niet te marchanderen.
Dan zijn er nog de moderne landbouwgiffen zoals de neonicotinoïden. Een soort van zenuwgif dat als een coating om het zaad is aangebracht. Als het zaad gaat kiemen verspreidt het gif zich door alle delen van de plant en blijft enkele jaren werkzaam. Tot in de bloem en de nectar zit dit gif wat bedoeld is om insectenvraat tegen te gaan. Deze stoffen verstoren in bijen de visuele waarneming, de reuk en de smaakwaarneming. Het voedselzoekgedrag raakt verstoord, de bijen raken gedesoriënteerd en voeren hun richting- en afstandaangevende bijendans niet meer goed uit, zodat de medebijen ook in de war raken. In 20 jaar tijd zijn deze middelen gaan behoren tot de meest toegepaste insecticiden, het gaat hier om een kwart van de totale markt. In Duitsland trok de regering vorig jaar de toepassing in van vergelijkbare middelen. Er was een verband aangetoond met het verlies van 12.000 bijenvolken in het Rijndal. Producent Bayer, die zich hevig verzet tegen een verbod op dit middel, betaalde de imkers een schadevergoeding, maar bekende geen schuld.
Onder andere aan de Wageningen Universiteit wordt veel onderzoek gedaan naar de bijensterfte. Het beroerde is alleen dat daar ook onderzoek wordt gedaan voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen van bijv. Bayer en onderzoek voor het Ministerie van Landbouw en de Europese Unie. Allerlei belangen lopen door elkaar heen. De ene onderzoeker wijt de bijensterfte aan de varroamijt, de ander aan de neonicotinoïden, weer een ander aan de grootschaligheid in de landbouw. Hier geldt soms het oude spreekwoord: “wiens brood men eet, diens woord men spreekt”.
Je zou zeggen dat ze er onderhand van zouden moeten leren, de regeringen, beleidsmakers, de landbouworganisaties, de boeren en consumenten. Alles draait om de centen. Om die gedachtenlijn dan maar even aan te houden, is het ook om dié reden onbegrijpelijk. Men ziet niet in dat het aanhoudend vechten tegen de natuur, de gemeenschap meer kost dan de samenwerking met de natuur. Voor de gemeenschap als geheel is het weldadig als een regering zich wérkelijk druk maakt om de bevolking en zich oprecht inzet voor een goede toekomst.
2 opmerkingen:
Hallo Piet, Je hebt zó gelijk over het vervangen van de honing voor kristalsuiker.
Ik ben maar een eenvoudige huisvrouw die toevallig geinteresseerd is in bijen en biodiversiteit,(vrijwilligster Bijenstichting)maar zelfs ik, met dat huisvrouwenverstand kan bedenken dat dit inderdaad mede verantwoordelijk is voor de achteruitgang van de bijenstand.
Waarom moet er persé de honing tot de laatste druppel uitgeperst(geslingerd) worden, en zou er niet op zijn minst de helft voor de bijtjes over mogen blijven?
Ontwetendheid? Onverschilligheid?
of zoals gewoonlijk:Puur Hebzucht!?
Wat een kennis, wat een analyse. Petje af! Het lijkt zo evident wat je hier beschrijft over het suikerwater als één van de oorzaken voor het probleem van de bijen. Is dit bij imkers niet bekend? Produceren bijen niet meer honing dan ze zelf nodig hebben?
Een reactie posten