6 januari (dag 2)
Ik vrees dat men deze brand en de gevolgen daarvan veel te licht inschat en er wel degelijk een gevaar bestaat voor de gezondheid van de mensen in de omgeving en de mensen die onder de giftige rook van de fabriek leven. Als de autoriteiten verklaren niet te weten wat er precies in die fabriek lag, maar wel weten dat het om zeer gevaarlijke stoffen gaat, moeten ze het zekere voor het onzekere nemen. In dit geval zou dat een evacuatie kunnen betekenen. Maar ze weten het wel degelijk, net zo goed als ik het weet, omdat vanaf het begin al bekend was dat er allerlei gevaarlijke stoffen opgeslagen lagen zoals bestrijdingsmiddelen, oplosmiddelen, verfproducten, etc. Stoffen die als ze zich vermengen, soms een zeer giftige reactie met elkaar kunnen aangaan, dampen die ontsnappen en min of meer ingeademd worden, ernstig vervuild bluswater welke in het riool en de sloten terecht komt en het grondwater bereikt, neergeslagen roetdeeltjes die zich over een grote afstand verspreiden.Daarnaast is het de taak van de autoriteiten om burgers adequaat en juist te informeren zodat zij op basis daarvan zelf een afweging kunnen maken. Ramen en deuren sluiten en in huis zitten helpt niks als het kiert en tocht, bovendien komt de lucht van buiten uiteindelijk toch naar binnen, een kwestie van uren. Men gaat lichtzinnig en amateuristisch te werk. Bovendien, meen ik, is er sprake van bewuste misleiding en bagatellisering.
7 januari (dag 3)
Inmiddels is dan bekend welke stoffen er in de fabriek lagen, maar het Openbaar Ministerie heeft de lijst in beslag genomen en houdt deze geheim “in het belang van het onderzoek”! Het zou gaan om honderden verschillende chemische stoffen die brandbaar, giftig en bijtend zijn. Ik voeg er zelf nog aan toe: kankerverwekkend en levensbedreigend, want zo is het. Het is zó ernstig dat we het niet mogen weten, als je begrijpt wat ik bedoel. De bevolking mag niet ongerust worden, eventuele claims houdt men het liefst verre van zich : “Er zijn geen giftige stoffen gemeten, er is geen gevaar voor de volksgezondheid” en naderhand zien ze dan wel weer hoe ze zich eruit redden.
Ondertussen zie ik op de NOS- site dat de Fa van Gansenwinkel bezig is het zwaar verontreinigde bluswater op te zuigen met tankwagens. Twee werknemers lopen naar de sloot en leggen dikke slangen in het roodbruine giftige water. Ze hebben geen persluchtmaskers op en ademen dus gewoon de giftige dampen in ( een tijdje daarna heeft men over die sloten snel een schuimlaag gespoten om het dampen te verhinderen). De brandweerlieden en schoonmakers die ik even daarna op het fabrieksterrein door de giftige plassen water zie banjeren, ademen ook onbeschermd de verontreinigde lucht en dampen in. Het is onverantwoord! Even later komen een viertal gekwalificeerde onderzoekers het terrein op, volledig ingepakt en mét persmaskers op. Tsja, die weten heel goed waar ze mee bezig zijn.
Hoogleraar Toxicologie aan de Universiteit Wageningen, Tinka Murk, spreekt over kankerverwekkende stoffen zoals de aromatische verbindingen, xileen, naftaleen, benzeen, over een zeer hoge concentratie van zwaar chemisch afval waarbij inademen uit den boze is. De ‘ongevaarlijke’ giftige rookwolken van de eerste dag heten desondanks volgens de autoriteiten op de 3e dag nog steeds niet schadelijk te zijn, maar de meetresultaten (waar en wanneer is gemeten, op welke stoffen, wat heeft men gevonden?) worden niet vrijgegeven. Waarom niet?
Ik heb medelijden met de brandweerlieden en schoonmakers die niet beseffen waar ze mee bezig zijn, zij zijn het eerst de pineut. In tweede instantie de bewoners in de directe omgeving of verderop. Als zij over enige tijd of na een aantal jaren ziek worden is het leed al geschied en moeten ze maar zien dat ze het redden. Helaas, maar ik voorzie dat deze ramp nog een vervelende nasleep krijgt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten