Vandaag kwam ik in de tuin een oranje exemplaar van de Grote wegslak (Arion rufus) tegen, dat is niet de eerste keer. Ik schat dat er hier minstens zo’n duizend exemplaren van deze slakkensoort bivakkeren, zowel grote als kleine. Ze verstoppen zich onder de opgestapelde stenen (dat zijn er ook wel duizend) en stukken hout waarmee ik allerlei muurtjes en terrasjes heb gebouwd. Vooral ’s nachts en bij nat weer, komen de slakken tevoorschijn en maken er één groot feest van. Natuurlijk staan er rottende bladeren op het menu, die liggen er hier genoeg, maar het lijkt me dat ze zich met nóg meer enthousiasme te goed doen aan de malse blaadjes van de goudsbloemen en niet te vergeten de hosta’s. Hostabladeren kunnen ze niet weerstaan (zie de foto).
Nou vind ik dat niet zo erg, ik hou niet zo van hosta’s en laat ze juist voor de slakken staan die er dan kunstwerken van maken. Wel is het vervelend dat als er net jonge kiemplantjes uit de aarde zijn gekomen, deze de volgende ochtend tot de grond toe zijn afgekloofd. Het is voornamelijk de Grote wegslak die hiervoor verantwoordelijk is en iedere nacht feestjes organiseert. Deze soort is er in allerlei kleuren, van oranjerood tot groengrijs en van chocoladebruin tot beige en zwart met allerlei tinten daartussen. Hij is in ieder geval herkenbaar aan de welvende oranjeachtige onderzijde, althans bij de volwassen exemplaren.
Het is een naaktslak en deze heeft dus geen huisje. Ooit heeft hij dit wel gehad, maar is dit gaandeweg de evolutie kwijtgeraakt. Bij sommige slakken is nog een kalkknobbeltje of een piepklein slakkenhuisje in zijn lijf aanwezig als een laatste overblijfsel uit deze periode. De Grote wegslak heeft een ovaalvormig zacht schild net achter de kop, met een op zandkorreltjes gelijkende structuur. Aan de rechterkant zit net voor het midden een flink gat, dat is de ademopening en tegelijkertijd ook zijn uitscheidingsorgaan. Beetje vreemd vind ik dat en zo a-symmetrisch.
Slakken houden ook erg van algen die zich op gladde oppervlakten bevinden zoals glas, kozijnen en natuursteen. De driehoekige patroontjes die dan verschijnen zijn erg mooi om te zien. Elk uitgespaard driehoekje is een hapje algen welke de slak van het oppervlak heeft geschraapt met zijn enigszins verharde mond. Zie voor meer slakkenpatronen weblog nr. 46 van november 2010.
Wat ik bijzonder vindt is de huidstructuur van de slak, omdat deze sprekend lijkt op zand waar water over heeft gestroomd. Dat geldt overigens ook wel voor andere slakkensoorten. Slakken hebben oorspronkelijk in het water geleefd en bestaan grotendeels uit water, wat mijn theorie lijkt te bevestigen dat waar water stroomt, gelijksoortige structuren en patronen ontstaan. In het zand aan zee komt dat duidelijk tot uitdrukking omdat zand een plastisch materiaal is. Maar ook in planten, bomen, dieren en mensen stroomt water en worden deze stroompatronen zichtbaar. Zie de afbeeldingen hieronder en ook op mijn website (zoekfunctie: vergelijkingen) met tientallen duidelijke voorbeelden.
Links: Waterpatroon onder de bast van een plataan. Rechts: patroon van stromend water op het strand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten